1C 24-3-21 letterrekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welke sommen bestaan uit
gelijksoortige termen?

Gelijksoortige termen

Geen gelijksoortige termen

1,3p + p

7a + 3ab

ab + 3ab

7q  + 7p

8a 

15a²

Letter rekenen: sleep de blauwe naar de rode.

8a​2​​

15a

5a + 3a

5a ∙ 3a

Herleid

6a⋅7b

1. 42ba
2. 42a²
3. kan niet
4. 42ab

vermenigvuldigen bij letterrekenen

−7ab⋅3b=

1. −21ab
2. −21ab​2​​
3. −21(ab)​2​​
4. 21a​2​​b

Optellen bij letterrekenen
-13pqr + 15pqr

1. 2pqr
2. -2pqr
3. −2(pqr)​2​​
4. 2(pqr)​2​​

5a+7a

6a+3b

3a⋅3b

6a⋅2a

4ab+5ab

Letterrekenen: koppel het antwoord aan de som

12a

9ab

9ab

K.N

Herleid

3x−−2x+6x−2y

1. 11x−2y
2. 9xy
3. 7x+2y
4. 13xy

herleid

−3⋅5b⋅2c⋅a

1. -30abc
2. -30bca
3. -13bca
4. -13abc

Herleid

−3x+2y

1. −xy
2. k.n.
3. xy
4. −5xy

wat krijg je als dit product herleid:

5ac⋅4ad

1. 20acd
2. 20acad
3. 20a​2​​cd
4. 9a​2​​cd

letterrekenen:
wat kan je altijd herleiden

1. het product van 2 factoren met letters
2. de som van 2 termen met letters
3. zowel antwoord a als b is JUIST
4. zowel antwoord a als b is ONJUIST

Herleid

x​2​​+2x​2​​=

1. 2x​4​​
2. 3x​2​​
3. x​5​​
4. −2a​3​​