Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Je hebt het filmpje over schrijfvaardigheid gezien. Heb je nieuwe dingen gehoord? Zo ja, welke?
Slide 10 - Carte mentale
Wat zijn specifiek jouw aandachtspunten bij het onderdeel schrijven?
Slide 11 - Carte mentale
Wat weten we nog?
Slide 12 - Diapositive
Wat is het doel van een pakkende titel van een tekst?
A
Het trekken van de aandacht van de lezer.
B
Het informeren van de lezer over de inhoud van de tekst.
C
Het stimuleren van de lezer om de tekst te gaan lezen.
D
A + B + C
Slide 13 - Quiz
Voor burgerschap ga je een tekst schrijven over een onderwerp dat met het verkeer te maken heeft. Jij vindt dat we veel te hard mogen rijden op de snelweg. Door goede argumenten te verzinnen, hoop je anderen te overtuigen van je mening. Welke tekstsoort past het beste bij deze opdracht?
A
advertentie
B
betoog
C
informerend artikel
D
recensie
Slide 14 - Quiz
Voordat je aan je stage begint, krijg je de opdracht een tekst te schrijven over je stagebedrijf. De tekst is bedoeld om andere studenten uitleg te geven over de branche, de geschiedenis van het bedrijf en de werkzaamheden. Welke tekstsoort past het best bij deze opdracht?
A
advertentie
B
betoog
C
informerend artikel
D
recensie
Slide 15 - Quiz
Even vooraf... welke signaalwoorden ken jij?
Slide 16 - Carte mentale
Welk woord hoort op het stippellijntje? In de tekst zijn er ….tussen woorden, zinnen en alinea's.
A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je woorden die wijzen op een verband tussen zinnen of alinea's?
A
trefwoorden
B
synoniemen
C
signaalwoorden
D
uitdrukkingen
Slide 18 - Quiz
Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden maar, toch en echter?