43: Lesen+Woordenschat + haben+sein+zelfst nw vervangen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Woche: dreiundvierzig

Lernziele für heute:

1. Wortschatz erweitern 

2. Lesefertigkeit üben 

3. Haben 

4. Personalpronomen ergänzen

Hausaufgaben:

Lernen: alle Wörter Kapitel zwei, Seite sechzig und eindundsechzig

1.	Was?	=
2.	Wie?	=
3.	Wo?	=
4.	Wann?	=
5.	Woher?	=
6.	Welche?	=
7.	Wohin?	=
8.	Wer?	=

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

1.	ik ben
2.	jij bent
3.	hij is
4.	zij is
5.	het is
6.	wij zijn
7.	jullie zijn
8.	zij zijn
9.	u bent

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

1.	ik heb
2.	jij hebt
3.	hij heeft
4.	zij heeft
5.	het heeft
6.	wij hebben
7.	jullie hebben
8.	zij hebben
9.	u heeft

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

1.	ik heb	ich habe
2.	jij hebt	du hast
3.	hij heeft	er hat
4.	zij heeft	sie hat
5.	het heeft	es hat
6.	wij hebben	wir haben
7.	jullie hebben	ihr habt
8.	zij hebben	sie haben
9.	u heeft	Sie haben

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

1.	ik ben	ich bin
2.	jij bent	du bist
3.	hij is	er ist
4.	zij is	sie ist
5.	het is	es ist
6.	wij zijn	wir sind
7.	jullie zijn	ihr seid
8.	zij zijn	sie sind
9.	u bent	Sie sind

1.	Was?	=wat
2.	Wie?	=hoe
3.	Wo?	=waar
4.	Wann?	= wanneer
5.	Woher?	= waarvandaan
6.	Welche?	= welke
7.	Wohin?	= waarheen
8.	Wer?	= wie

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

1. Wortschatz erweitern

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Was

Wie

Wann

Extra

: Aufgaben sieben, acht, neun und elf, ab Seite dreiunddreißig
: selbständig

: zehn Minuten

: Aufgabe vierzehn, Seite siebenunddreißig

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

2. Lesefertigkeit üben 

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Was

Wie

Wann

: Aufgabe fünfzehn, Seite achtunddreißig

- lees eerst stil voor jezelf

- onderstreep de woorden die je kent

: partnerarbeit

: zehn Minuten

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

3. Das Verb haben 

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Was

Wie

Wann

: Aufgaben neunzehn, zwanzig, fünfundzwanzig, sechsundzwanzig, ab Seite zweiundvierzig

: Partnerarbeit

: zehn Minuten

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

4. Personalpronomen ergänzen

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Was

Wie

Wann

Extra

: Aufgabe dreiundzwanzig, Seitevierundvierzig

: selbständig

: sechs Minuten

: Hausaufgaben

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

ik

jij

hij

zij

het

wij

jullie

zij

u

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

ik	jij	hij	zij	het	wij	jullie	zij	u
ich	du	er	sie	es	wir	ihr	sie	Sie

Wiederholung

Hausaufgaben

Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Deze les leerde je:

• het belang van woordenschat;
• het verschil tussen leestem en denkstem;
• de vervoeging van het werkwoord 'haben''
• hoe je een zelfstandignaamwoord kan vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.