Taal les

Taal les
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Taal les

Slide 1 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
Tim is naar het ziekenhuis gegaan.

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het onderwerp?
De kinderen uit groep 8 zijn alleen maar aan het kletsen.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
Tim is naar het ziekenhuis gegaan.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?
Hij maakt zijn huiswerk veel te laat.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp?
De kinderen geven het ASK een daverend applaus.

Slide 6 - Question ouverte

Benoem de telwoorden.
Het is de eerste keer dat zij als laatste aan de beurt is.

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord is goed gespeld?
A
chaufeur
B
luchtbalonnen
C
extreme
D
study

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
abonnement
B
abbonement
C
abbonnement
D
abonement

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?

A
aplaudiseren
B
applaudiseren
C
applaudisseren
D
aplausdisseren

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
sateinen
B
satijnen
C
catijnen
D
cateinen

Slide 11 - Quiz

Wat is een maillot?

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent constateren?
A
goed opletten
B
iets verwisselen
C
iemand straf geven
D
iets vaststellen

Slide 13 - Quiz

Wat is een carrière?

Slide 14 - Question ouverte

Wat hoort niet bij dansen?
A
voetenwerk
B
breakdance
C
choreografie
D
nerveus

Slide 15 - Quiz

Die jongen heeft een maillot ( ) hij heeft er wel zes.

Slide 16 - Question ouverte

Toen mijn broertje op ballet ging ( ) schaamde ik me voor hem.

Slide 17 - Question ouverte

Hij rende naar de deur ( ) maar struikelde over zijn tas.

Slide 18 - Question ouverte

Alles is nog heel ( ) mijn jas ( ) tas en broek.

Slide 19 - Question ouverte

Ga je nog iets doen dit weekend? Zo ja? Wat?

Slide 20 - Question ouverte