Opgave 4.3 en 4.5

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

In een hoogconjunctuur is de bezettingsgraad

1. Hoog
2. Laag
3. Ruim
4. Krap

In een hoogconjunctuur is de arbeidsmarkt

1. Hoog
2. Laag
3. Ruim
4. Krap

In een hoogconjunctuur is de werkloosheid

1. Hoog
2. Laag
3. Ruim
4. Krap

In een laagconjunctuur is de werkloosheid

1. Hoog
2. Laag
3. Ruim
4. Krap

In een laagconjunctuur is de bezettingsgraad

1. Hoog
2. Laag
3. Ruim
4. Krap

In een laagconjunctuur is de arbeidsmarkt

1. Hoog
2. Laag
3. Ruim
4. Krap

Als het nationaal inkomen stijgt dan zal de import

1. Stijgen
2. Dalen

Als de consumptie stijgt zal het nationaal inkomen

1. Stijgen
2. Dalen

Als de inflatie stijgt zal de export

1. Stijgen
2. Dalen

Als het nationaal inkomen daalt zullen de belastinginkomsten van de overheid

1. Stijgen
2. Dalen

Als de bestedingen dalen zal de werkloosheid

1. Stijgen
2. Dalen