T3 - Zinnen maken

Thema 3
Vertelzin
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 1-3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 3
Vertelzin

Slide 1 - Diapositive

Volgorde vertelzin
wie
1
doet
2
wat
4
waar
5
wanneer
3

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
wie
1
doet
2
wat
4
waar
5
wanneer
3
Demit
leest
vandaag
een boek
in de klas

Slide 3 - Diapositive

wie
1

Slide 4 - Carte mentale

doet
2

Slide 5 - Carte mentale

doet
2
wanneer
3

Slide 6 - Carte mentale

doet
2
wat
4

Slide 7 - Carte mentale

doet
2
wat
4
waar
5

Slide 8 - Carte mentale

Maria
wandelt
op donderdag
een fiets
in het park
wie
1
doet
2
wanneer
3
wat
4
waar
5

Slide 9 - Diapositive

Thema 3
Inversie

Slide 10 - Diapositive

Volgorde zin met inversie
wie
1
doet
2
wat
4
waar
5
wanneer
3

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
wie
1
doet
2
wat
4
waar
5
wanneer
3
Diana
koopt
Morgen
snoep
in de winkel

Slide 12 - Diapositive

Op woensdag
zwemt
Denys
een appel
in het bos
wie
1
doet
2
wanneer
3
wat
4
waar
5

Slide 13 - Diapositive

Thema 3
Vraagzin

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Thema 3
oefeningen

Slide 20 - Diapositive

Welke functie heeft loopt in de zin:
Hij loopt naar school.
A
wie
B
waar
C
wat
D
doet

Slide 21 - Quiz

Welke functie heeft Mudrik in de zin:
Mudrik gaat naar huis.
A
wie
B
waar
C
wat
D
doet

Slide 22 - Quiz

Welke functie heeft het strand in de zin:
Ik ben op het strand.
A
wie
B
waar
C
wat
D
doet

Slide 23 - Quiz

Maak een vertelzin met deze woorden:
loopt - Kira - in het park - om 18u

Slide 24 - Question ouverte

Maak een vraagzin:
Denys - maakt - moeilijke oefeningen

Slide 25 - Question ouverte

Maak een zin met inversie:
Zwemt - op donderdag- Tresa - in Lier

Slide 26 - Question ouverte

Maak een vertelzin:
Iddi - te voet- naar school - komt

Slide 27 - Question ouverte

Maak een vraagzin:
Rouhif - eet - een koekje - in de klas

Slide 28 - Question ouverte

Maak een zin met inversie:
Iddi - te voet- naar school - komt

Slide 29 - Question ouverte