Herhaling 1.1 t/m 1.5 Weer en Klimaat

Herhaling 1.1 t/m 1.5 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 1.1 t/m 1.5 

Slide 1 - Diapositive

Weer of klimaat?

Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 2 - Quiz

Welke weerelementen zie je in dit
weerbericht?

Slide 3 - Question ouverte

Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid aardoppervlak

Slide 4 - Quiz

Welke temperatuurfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
windrichting
D
gesteldheid aardoppervlak

Slide 5 - Quiz

Allemaal meedenken!

Slide 6 - Diapositive

Welk klimaat heeft Nederland?
A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
koud klimaat

Slide 7 - Quiz

1- Op welke dag en in welke provincie verwacht je de
hoogste zonkracht?

2- Geef twee argumenten voor je antwoord die je uit
de figuur kunt afleiden.

Slide 8 - Question ouverte

1- Wat is de gemiddelde temperatuur
in de maand Juli?

2- Van welk klimaat is dit een grafiek?

Slide 9 - Question ouverte

1- Waarom is het in de zomer koeler aan zee
en warmer verder landinwaarts?
2- Leg uit waarom het in de winter aan zee
minder koud is dan landinwaarts?

Slide 10 - Question ouverte


Wat is de algemene regel die hoort bij de hoogteligging?
hoe..... hoe... (+ hoeveel graden celsius?)
A
hoger, kouder. 0,6 graden per kilometer
B
hoger, kouder. 6 graden per kilometer
C
hoger, warmer. 0,6 graden per kilometer
D
hoger, warmer, 6 graden per kilometer

Slide 11 - Quiz

In welk seizoen is de temperatuur in de Noordzee prettiger om in te zwemmen?
A
Lente
B
Herfst

Slide 12 - Quiz

Op welk deel is het warmer
A
Nummer 1
B
Nummer 2

Slide 13 - Quiz


Hoe                          de breedtegraad, hoe  


Hoe                          op de berg, hoe



Kleiner
Kouder
Hoger
Warmer

Slide 14 - Question de remorquage

Bij een lagedruk gebied stijgt warme lucht op en koelt het af, gaat het condenseren en ontstaan er wolken en krijgen we vaak zonnig weer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij een hogedruk gebied daalt lucht en lossen wolken op. Er is meer kans op zon.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoe heten de lijnen die je ziet op deze weerkaart?

Slide 17 - Question ouverte

Bij een hoge luchtdruk is er meestal (maar niet altijd!)kans op
A
neerslag
B
droog weer

Slide 18 - Quiz

Welke invloed heeft breedteligging op de gemiddelde temperatuur?
Leg het duidelijk uit!

Slide 19 - Question ouverte

Waar is de windsnelheid het hoogste?
( meerdere antwoorden)
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 20 - Quiz

Welke invloed heeft de ligging aan zee op de gemiddelde temperatuur?

Slide 21 - Question ouverte

Welke drie soorten van neerslag heb je geleerd?

Slide 22 - Question ouverte

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 23 - Question de remorquage

Stijgingsneerslag ontstaat vaak in ...
A
West - Europa
B
De tropen
C
Koude gebieden
D
woestijnen

Slide 24 - Quiz

Hoe ontstaat stijgingsneerslag?

Slide 25 - Question ouverte

Waar ontstaat frontale neerslag?
A
In koude gebieden
B
West - Europa
C
In woestijnen
D
Rondom de evenaar

Slide 26 - Quiz

Hoe ontstaat frontale neerslag?

Slide 27 - Question ouverte

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Loefzijde
Lijzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw

Slide 28 - Question de remorquage

In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping

Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?
A
1 - 3 - 4 - 2 - 5
B
1 - 5 - 3 - 4 - 2
C
5 - 4 - 1 - 3 - 2
D
5 - 1 - 3 - 2 - 4

Slide 29 - Quiz

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
60 graden zuider- en noorderbreedte
Noord- en zuidpool
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Helder
Bewolkt
Droog
Geen begroeiing
Loof- en naaldbos

Slide 30 - Question de remorquage

De wet van Buys Ballot=
A
Lucht verplaatst zich op het NH met een afwijking naar rechts
B
Wind verplaatst zich op het NH met een afwijking naar links

Slide 31 - Quiz

Bekijk bron 1.
Welke tekening geeft de grote windsystemen op aarde juist weer?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4

Slide 32 - Quiz

Toendra
Hooggebergte
Steppe
Gematigd zeeklimaat
MZ klimaat
Landklimaat
Savanne
Tropisch regenwoud

Slide 33 - Question de remorquage