Herhaling Breuken + Procenten (wb)

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

8.2 Breuken optellen en afhalen
Je kunt breuken bij elkaar optellen.
les 2
deel van de rechthoek is rood.
51
52
deel van de rechthoek is rood.
53
deel van de rechthoek is rood.
het rode deel en het blauwe deel zijn samen     deel.
53
51
+
52
=

Slide 3 - Diapositive

8.2 Breuken optellen en afhalen
Je kunt breuken bij elkaar optellen.
les 2
53
51
+
52
=
=
+

Slide 4 - Diapositive

8.2 Breuken optellen en afhalen
Je kunt breuken van elkaar afhalen.
les 2
Er ligt    deel van een pizza.
Twan eet    deel van de pizza.
Er blijft     deel van de pizza over.
Hierbij hoort de minsom     -     =    .
65
62
63
65
62
63

Slide 5 - Diapositive

2/8 + 3/8 =                                                            5/10 - 3/10 =

1/6 + 4/6 =                                                             3/6 - 1/6 =

2/9 + 3/9 =                                                           2/5 - 1/5 =

1/4 + 3/4 =                                                              5/7 - 3/7 =

1/2 + 1/2 =                                                               7/8 - 1/8 =

Slide 6 - Diapositive

8.3 Een deel van een totaal
Je kunt een breuk gebruiken om een deel van een totaal te schrijven.

les 3
Welk deel van de stoelen is blauw?

Slide 7 - Diapositive

8.3 Een deel van een totaal
les 3
Welk deel van de stoelen is blauw?
Er zijn in totaal 4 stoelen.
1 van de 4 is blauw.

    deel van de stoelen is blauw.
41

Slide 8 - Diapositive

8.3 Een deel van een totaal
les 3
Je kunt een deel van een totaal ook uitrekenen.
Joris vult    deel van 12 glazen met thee.
Hoeveel glazen zijn dat?
31

Slide 9 - Diapositive

8.3 Een deel van een totaal
les 3
stap 1
Verdeel het totaal aantal glazen met thee, dus je verdeelt het totaal in 3 delen.
---------------------------------------
---------------------------------------
Elk deel is    deel van de glazen.
31

Slide 10 - Diapositive

8.3 Een deel van een totaal
les 3
stap 2
Tel hoeveel glazen er in een deel zitten.
Je telt in elk deel 4 glazen.
31
---------------------------------------
---------------------------------------
   deel van 12 glazen is dus 4 glazen.

Slide 11 - Diapositive

8.3 Een deel van een totaal
les 3
stap 2
Joris vult 4 glazen met thee.
---------------------------------------
---------------------------------------

Slide 12 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.

Slide 13 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.2 - Procenten en breuken - les 2
Je kunt een percentage als een breuk schrijven.
Hieronder zie je de percentages en breuken bij elkaar.




les 2

Slide 14 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.3 - Rekenen met procenten - les 2
Als je 10%, 20%, 25% of 50% van iets wilt uitrekenen, kun je bedenken door welk getal je moet delen.




les 2

Slide 15 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.3 - Rekenen met procenten - les 2
les 2
Je kunt 10%, 20%, 25% of 50% van iets uitrekenen door te delen.

De batterij van de telefoon is voor 20% vol.
Een volle batterij gaat 40 uur mee.

Hoeveel uur gaat de batterij nog mee?

Slide 16 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.3 - Rekenen met procenten - les 2
les 2
Stap 1
Schrijf het percentage boven de batterij.


Hoeveel uur gaat de batterij nog mee?

Slide 17 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.3 - Rekenen met procenten - les 2
les 2
Stap 2 
Schrijf op door welk getal je moet delen.
Je moet delen door 5.


Slide 18 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.3 - Rekenen met procenten - les 2
les 2
Stap 3 
Reken uit en schrijf het antwoord onder de batterij.


40 : 5 = 8 uur

20% van 40 uur is 8 uur.

De batterij gaat nog 8 uur mee.

Slide 19 - Diapositive


Maak je werkboekje.

Bekijk op Studiemeter welke opdrachten je nog moet maken van de H8 Breuken en H9 Procenten.

Slide 20 - Diapositive