Lesson 2: Writing opdr. 15 t/m 19

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Vak: Engels Unit: 3 Lesson: 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Take your English book, don't open it!

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- Heb je geoefend met de woordjes van lesson 2. 

- Herken je de woordjes van lesson 2.

- Kun je een formulier invullen. 

- Kun je korte aantekeningen maken voor jezelf. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 15 t/m 19 op blz 108 t/m 111.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wanneer is de cursus?

Oké, je hebt me overtuigd!

Dat klinkt niet verkeerd. 

Wanneer is de cursus?

It doesn't sound that bad.

OK, you've convinced me!

Present Perfect:

Wat is de regel van de present perfect?

1. ww+ ed
2. shit = ww+s
3. vorm van to be + ww+ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Present perfect
Wanneer gebruik je de Present perfect?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is / connectie met nu.

Wie maakt wat?

3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:

les 2: opdracht 15 t/m 19 op blz 108 t/m 111

De rest doet mee met de instructie

4. Instructie

Have to

Maak je zo:

 

have/has to  + hele werkwoord 

Have to

Dus:

 

Denk bij het vervoegen van het werkwoord aan de SHIT-regel!

I have to work

You have to work

He/she/it has to work

We have to work

You have to work

They have to work

Luister naar de zinnen Lees mee op 

blz. 110. 

Daarna maken we samen opdracht 18. 

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 15 t/m 19 op blz. 108 t/m 111.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 16 en 17.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 3.2, blz. 108 t/m 111, opdr. 15 t/m 19 --> namen lln

B: les 3.2, blz. 108 t/m 111, opdr. 15 t/m 19 --> namen lln

I: les 3.2, blz. 108 t/m 111, opdr. 15 t/m 19 --> namen lln 

Ben je klaar?

Kijk de opdrachten na + verbeter waar nodig. 

Daarna zet je de woorden + phrases van unit 1 in WRTS en oefen je deze.

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

He .......(walk) to school.

1. is walk
2. can walk
3. has to walk
4. have to walk

I .......(read) this book.

1. can read
2. have to read
3. has to read
4. may read

Vertaal in het Engels met "have to":
"Zij moet het doen"

Vertaal in het Engels met "have to":
"Zij moeten werken op zondag"

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

V: les 3.2, opdr. 15 t/m 19

B: les 3.2, opdr. 15 t/m 19

I: les 3.2, opdr. 15 t/m 19

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van EN op.

Volgende lesuur: ....................