,

Massacultuur - H2: Sterren en idolen

MASSACULTUUR
H2: Sterren en idolen
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

MASSACULTUUR
H2: Sterren en idolen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je weten?
H2: Sterren en idolen
  • Welke mechanismen zitten achter opkomst van de sterren
  • Kunststromingen: Abstract expressionisme-Pop Art-Hyperrealisme 
  • Postmodernisme

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiztime.... 
Herken je de volgende artiesten?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PLAATJESRONDE

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragenronde

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je score?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van een ster uit het boek waarbij imago een grote rol speelt en leg uit hoe.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterren en idolen
Identificatie - fans moeten zich kunnen herkennen - boy or girl next door principe - iedereen kan beroemd worden
Imago - ideaalbeeld vasthouden -James Dean - Madonna -Lady Gaga
Mythevorming - Sterren hebben media nodig en omgekeerd - vroeg overlijden bevordert mythevorming
Macht van de media - media kunnen sterren maken en breken -

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke media (en hoe) hebben bijgedragen aan de sterrenstatus van kunstenaars en performers?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Johnson, Jones, Hendrix, Joplin, Morrisson, Cobain, Winehouse
Mythevorming: De club van 27: deze muzikanten overleden alle op 27 jarige leeftijd onder mysterieuze omstandigheden.

Slide 12 - Diapositive

Mythevorming. De club van 27, deze populaire musici sterven onder soms raadselachtige omstandigheden op hun 27e levensjaar en maakt ze daardoor nog populairder.
Robert Johnson (blues)
Brian Jones
Jimi Hendrix
Janis Joplin
Jim Morrison
Kurt Kokain
Amy Winehouse
Ed van der Elsken
Fotografie en imago. 
Lees blz. 100-101

Slide 13 - Diapositive

fotografie draagt bij aan status sterren en wordt een populaire kunstvorm.
Een aantal Nederlandse kunstenaars breekt internationaal door. Ed van der Elsken met foto's van studenten, kunstenaars, straatleven (gewone mensen) die documentair (niet geposeerd) zijn
Anton Corbijn

Slide 14 - Diapositive

Anton Corbijn wordt populair onder popmuzikanten. Korrelige zwart wit foto's met grote contrasten zijn zijn kenmerk
Erwin Olaf

Slide 15 - Diapositive

Begonnen als documentair fotograaf maar beroemd geworden met geënsceneerde fotografie. Heel veel aandacht voor kleding, belichting, decor en pose. En bewust zoeken naar shockeffect.
Seriematig: Royal Blood (Lady D en Jackie Kennedy)

Slide 16 - Diapositive

Maakt inmiddels statieportretten van de koninklijke familie
Alfred Hitchcock
lees blz. 102

Slide 17 - Diapositive

Master of suspense, uitvinder van de thriller en drukt daarmee groot stempel op de na-oorlogse film. Puur amusement zonder boodschap. 
Kijker weet meer dan onschuldige hoofdpersonage dat steeds meer in problemen komt

Slide 18 - Vidéo

Bekendste is Psycho, zelf gefinancierd dus in zwart wit want was goedkoper. Hij laat hoofdpersonage na 30 minuten vermoorden en laat daarmee klassieke verhaallijn los.
Hij toont het geweld nooit maar suggereert het door slimme montage en opzwepende muziek.
Tekenaar Walt Disney wordt wereldberoemd met zijn animatiestudio.
Strips, films, pretparken maken de Disneyfiguren wereldberoemd
Lees blz. 102

Slide 19 - Diapositive

En in 1955 opent eerste amusementspark in California. Het laat het publiek ontstnappen aan de werkelijkheid. Een geconstrueerde droomwereld.

Slide 20 - Vidéo

Walt Disney maakt animatiefilms groot. In 1940 werken al meer dan 1000 man in zijn tekenstudio. 
Wat is Haute Couture?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Haute couture

Deze mode voor de elite is ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw en pas in de twintigste eeuw zien we beroemde ontwerpers zoals Coco Chanel. 
Lees de paragraaf mode op blz. 103-104


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit hoe haute couture onderdeel wordt van de massacultuur.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lady Gaga
lees blz. 97-98
- provoceren
- gebruik (social) media
- levend kunstwerk
- Haus of Gaga (Factory)
- eclectische aanpak (lenen uit alle stijlen en periodes) = postmodern. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lady Gaga ziet Andy Warhol als inspirator (zie blz. 108). Welke overeenkomsten kun jij ontdekken?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zijn muziek en mode met elkaar verbonden?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Introductie Beeldende kunst

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


algemene kenmerken:

• abstract 
• expressionistisch: 
- heftig kleurgebruik
- grote contrasten 
- grove penseelstreken 
• vanuit het gevoel 
• grote formaten




kunstenaars:
Willem de Kooning 
Marc Tobey 
Franz Kline 
Robert Motherwell 
Jackson Pollock 
Barnett Newman 
Marc Rothko
Abstract expressionisme
http://kunst-postmodernisme.blogspot.com/p/neo-expressionisme.htmlhttp://kunst-postmodernisme.blogspot.com/p/neo-expressionisme.html

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek uit van welke kunstenaar dit werk is (met behulp van boek/internet)
Welke pop art kenmerken herken je?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk dit kunstwerk van Robert Rauschenberg goed. Benoem een aantal aspecten van de voorstelling die te maken hebben met de jaren '60

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

HYPERREALISME

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

-Vergroten onderwerpen sterk uit
-Schilderen of maken beelden heel vakkundig
( afstandelijk)
-Gedetailleerd, fotografisch
-Geen emotie of inhoud maar virtuoze techniek
-scherpte diepte
KENMERKEN

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RICHARD ESTES: Spiegeleffect met zoveel precisie weergeven dat het vervreemdend werkt

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duane Hanson
- kritisch commentaar op consumptiemaatschappij-Antihelden i.p.v. succesvolle mensen, sterren of helden.
-The American dream komt niet voor  iedereen uit

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ron Mueck vergroot zijn onderwerpen om je extra bewust te maken van alle kleine details

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Oud echtpaar op een bank is een werk uit 1994 van de Amerikaanse kunstenaar Duane Hanson. De beelden zijn afgietsels in kunsthars van echte mensen uit de directe omgeving van Hanson. Hanson wil dat zijn werk er zo realistisch mogelijk uitziet.
Noem drie aspecten waardoor een realistisch effect wordt bereikt.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie aspecten waardoor een realistisch effect wordt bereikt.

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hanson is bekend geworden met dit soort hyperrealistische beelden van gewone Amerikanen. Zijn figuren zijn afbeeldingen van mensen die geslaagd zijn in het leven en ‘the American dream’ hebben gerealiseerd. Vaak maken ze een wat neerslachtige indruk.
Waardoor maakt Oud echtpaar op een bank een wat neerslachtige indruk?  

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor maakt Oud echtpaar op een bank een wat neerslachtige indruk?

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek in je boek uit H2 tien woorden/ begrippen die volgens jou belangrijk zijn. Welke zijn dit?

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is postmodernisme?

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions