Werkwoordspelling tt, vt, vd

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Dit weet ik over sterke werkwoorden...

Slide 2 - Question ouverte

Dit weet ik van de spelling van zwakke werkwoorden...

Slide 3 - Question ouverte

Dit weet ik van de spellingsregels van het voltooid deelwoord.

Slide 4 - Question ouverte

Ik (vinden) pure chocolade het lekkerst.
A
vindt
B
vind

Slide 5 - Quiz

De snoepjes (kleven) aan mijn tanden.
A
kleefden
B
kleefdden
C
kleeften

Slide 6 - Quiz

In onze achtertuin (worden) een perenboom geplant.
A
word
B
wordt

Slide 7 - Quiz

Dit t- shirt (kosten) maar een tientje in de uitverkoop.
A
koste
B
kostte

Slide 8 - Quiz

Ik heb de e- mail pas gisteren (beantwoorden)
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoort

Slide 9 - Quiz

Roy (verbazen) zich over de uitslag van Cambuur - Heerenveen.
A
verbaasd
B
verbaasdt
C
verbaast

Slide 10 - Quiz

Werkwoordspelling
Ik snap er helemaal niet van, ik gok maar wat.
IK snap het steeds beter, maar moet nog wel goed oefenen
Ik begrijp het wel, ik maak nog weinig foutjes.
Ik snap het helemaal.

Slide 11 - Sondage