Vragen Neoromantiek en Symbolisme

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Vragen Neoromantiek en Symbolisme

Zet in de juiste volgorde:

1. realisme-naturalisme-neoromantiek-symbolisme
2. neoromantiek-naturalisme- symbolisme - realisme
3. naturalisme- neoromantiek- realisme - symbolisme
4. symbolisme-naturalisme- realisme-neoromantiek-

Op welke kunststroming was de neoromantiek een reactie?

1. Fin de siècle
2. L'art pour l'art
3. Kubisme
4. Naturalisme

Welk tijdperk was de neoromantiek populair?

1. 17e eeuw
2. 18e eeuw
3. 19e eeuw

Wat is de stroming waar 'Een zwerver verliefd' toe gerekend wordt?

1. Neoromantiek
2. Literatuur
3. Roman
4. Sciencefiction

Wat is de belangrijkste setting van 'Een zwerver verliefd'?

1. Nederland
2. Frankrijk
3. Italië
4. Duitsland

Wie is de hoofdpersoon uit 'Een zwerver verliefd' van Arthur van Schendel?

1. Tamalone
2. Rogier
3. Mevena
4. Arthur

Wat zijn kenmerken van de neoromantiek?

1. Ratio, realisme, technologie, moderniteit
2. Emotie, verbeelding, natuur, escapisme

Wat is symbolisme in de beeldende kunst?

1. Uitdrukking van GEVOEL, vooral door kleur en de toegepaste techniek.
2. De INDRUK van licht en van het moment weergeven.
3. Onderdelen van de VOORSTELLING dragen een diepere betekenis uit.
4. Stijl met met DECORATIEVE plantenmotieven in vooral grafiek en architectuur.

Welk kenmerk hoort niet bij het symbolisme

1. Kunst is autonoom en verheven.
2. Poëzie en beeldende kunst
3. Toegankelijk
4. Hoogdravende taal

Symbolisme was een stroming die vooral populair was rond de 20e eeuw

1. Juist
2. Onjuist

Wat gebruikten veel kunstenaars om het ‘hogere’ te zien ten tijde van het symbolisme?

1. Opium en alcohol
2. Een verrekijker
3. MDMA
4. Meditatie

Spreekoefening (5 min)

Groep 1:  Alle docenten moeten worden vervangen door AI

Groep 2: Kinderen mogen pas vlees eten nadat zij zelf een boerderijdier hebben geslacht

 Groep 3: Nederland moet een dictatuur worden.

Groep 4: Clowns moeten verboden worden.

Groep 5: Alle WC’s moeten doorzichtige wanden krijgen

 

Opdracht

1. Maak groepen. Denk aan de rol die je al hebt vervuld in klas 5!
2. Stel een bruikbare actuele maatschappelijke of beleidsstelling voor.