Grammatik Kapitel 12
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wir .... (kunnen) euch nicht abholen, um in die Stadt zu gehen.
Vertalen en in juiste vorm -> o.v.t.
Vertalen en in juiste vorm -> o.v.t.
Slide 2 - Question ouverte
Susan und Mark .... (wohnen) in Berlin.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Slide 3 - Question ouverte
Du .... (tanzen) sehr schön.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Slide 4 - Question ouverte
.... (mogen, toestemming) ihr mit 15 alleine auf ein Konzert gehen?
Vertalen en in juiste vorm -> o.v.t.
Vertalen en in juiste vorm -> o.v.t.
Slide 5 - Question ouverte
(Arbeiten) ....ihr noch immer bei der Sparkasse?
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Slide 6 - Question ouverte
Ich ..... (moeten, noodzaak) ihr dringend mal die Wahrheit sagen.
Vertalen en in juiste vorm -> o.v.t.
Vertalen en in juiste vorm -> o.v.t.
Slide 7 - Question ouverte
Mein Onkel ..... (küssen) meine Mutter.
Zet in de juiste vorm -> o.v.t.
Zet in de juiste vorm -> o.v.t.
Slide 8 - Question ouverte
Seit wann .... (lusten) er Pizza?
Vertaal en zet in juiste vorm -> o.t.t.
Vertaal en zet in juiste vorm -> o.t.t.
Slide 9 - Question ouverte
Du ..... (boxen) in der neuen Sporthalle?
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Slide 10 - Question ouverte
Warum .... (melden) du dich nicht?
Zet in de juiste vorm -> o.v.t.
Zet in de juiste vorm -> o.v.t.
Slide 11 - Question ouverte
Die Freundschaft ..... (ändern) sich langsam.
Zet in de juiste vorm -> o.v.t.
Zet in de juiste vorm -> o.v.t.
Slide 12 - Question ouverte
Sie ..... (öffnen) die Tür für dich.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Slide 13 - Question ouverte
(Reden) .... du über deinen Bruder?
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Slide 14 - Question ouverte
Er ..... (zou graag willen) einen neuen Fahrrad zum Geburtstag.
Vertaal en zet in de juiste vorm -> o.t.t.
Vertaal en zet in de juiste vorm -> o.t.t.
