AFP Ademhaling 1

Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel is nodig om
adembewegingen te kunnen maken?
A
de ademhalingsspieren
B
de diepe luchtwegen
C
de longen
D
de voorste luchtwegen
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel is nodig om
adembewegingen te kunnen maken?
A
de ademhalingsspieren
B
de diepe luchtwegen
C
de longen
D
de voorste luchtwegen

Slide 1 - Quiz

Waarvoor heeft het lichaam zuurstof nodig?

Slide 2 - Question ouverte

Hoeveel zuurstof bevat ingeademde lucht?
A
meer dan uitgeademde lucht
B
minder dan uitgeademde lucht
C
evenveel als uitgeademde lucht

Slide 3 - Quiz

Wat zou er gebeuren als er geen slijmvlies in de neusholtes
aanwezig is?
A
Lucht zou sneller door de neus stromen, waardoor een dier sneller kan ademhalen
B
• De neus heeft dan minder bescherming, het dier krijgt sneller een ontsteking.
C
Lucht wordt dan minder vochtig gemaakt, waardoor de lucht warmer is als het bij de longen aankomt

Slide 4 - Quiz

Antwoord
Dit is juist. Het slijmlies houdt de meeste indringers tegen. Als er geen slijmvlies aanwezig zou zijn, heeft de neus veel minder bescherming. Een dier krijgt dan sneller een ontsteking.
Ook zorgt het slijmvlies dat de lucht in de neusgangen vochtig gemaakt wordt. Als dit niet gebeurt, drogen de longen uit en worden ze te koud.

Slide 5 - Diapositive

Hoe kun je, van voor naar achteren, de voorste luchtwegen
opdelen?
A
Keelholte - luchtpijp - neusholte - strottenhoofd
B
luchtpijp - neusholte - strottenhoofd - keelholte
C
neusholte - keelholte - strottenhoofd - luchtpijp
D
strottenhoofd - luchtpijp - keelholte - neusholte

Slide 6 - Quiz

Welke neusgang staat er in verbinding met de voorhoofdsholtes?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe heet de verbinding tussen de keelholte en het middenoor?

Slide 8 - Question ouverte

Op welke manieren wordt verslikking voorkomen?
A
door het sluiten van het strottenklepje en de stembanden
B
door het openen van het strottenklepje en het sluiten van de stembanden
C
door het openen van het strottenklepje en de stembanden
D
door het sluiten van het strottenklepje en het openen van de stembanden

Slide 9 - Quiz

Waardoor kan een dier geluid maken?
A
openen en sluiten van het strottenhoofd
B
stroming van lucht langs de stembanden
C
stroming van lucht langs het strottenhoofd
D
verschillen in spanning van de stembanden

Slide 10 - Quiz

Noem 5 algemene symptomen bij problemen met het respiratieapparaat

Slide 11 - Question ouverte

Hoe noemen we het abnormale ademgeluid dat een kat als gevolg
van een vreemd voorwerp in de keel?
A
nasale stridor
B
inspiratoire stridor
C
faryngeale stridor
D
expiratoire stridor

Slide 12 - Quiz

Waar of niet waar?
Een faryngeale stridor is een geluid als gevolg van een afwijking in de
keelholte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
Een stridor wist op een probleem van de longen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Je hoort geluid te horen als een dier ademhaalt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat bedoelen we met een secundaire benauwdheid?

Slide 16 - Question ouverte

Waar of niet waar?
Een expiratoire stridor is een geluid tijdens de uitademing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De consistentie van neusuitvloeiing kun je in drie groepen indelen. Welke?

Slide 18 - Question ouverte

Als er bloederig schuim uit de neusgaten komt weet je dat er een bloeding zit in de keelholte
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Noem twee oorzaken van een beiderzijdse neusbloeding

Slide 20 - Question ouverte

Welke ziekte bij konijnen wordt hier beschreven? Opgezette neus en ogen, algemeen ziek, verdikkingen in de oren
A
Viral Hemorrhagic Disease
B
Niesziekte
C
Myxomatose
D
Coccidiose

Slide 21 - Quiz

Wat betekent een corpus alienum

Slide 22 - Question ouverte

Noem een symptoom wat een hond laat zien wanneer er een grasaar in zijn neus komt.

Slide 23 - Question ouverte