ein gruppe met voorzetsels 3e en 4de naamval

Unterrichtsstunde 1
bezittelijke voornaamwoorden
geslacht
ein- Gruppe / ontleden
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Unterrichtsstunde 1
bezittelijke voornaamwoorden
geslacht
ein- Gruppe / ontleden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

"geslacht" van het zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Diapositive

"der"
mannelijke personen of dieren
De namen van de dagen / de maanden / de jaargetijden  en de windrichtingen

Slide 4 - Diapositive

"die"
  • vrouwelijke personen of dieren
  • de meeste woorden die op -e eindigen
  • - heit ung keit schaft
  • meervoud!

Slide 5 - Diapositive

"das"
  • "het" woorden
  • verkleinwoorden (-chen / -lein)

Slide 6 - Diapositive

Ein- Gruppe

Slide 7 - Diapositive

Manche Männer fahren gerne ein____ Sportwagen (m)
A
ein
B
einem
C
einen

Slide 8 - Quiz

Wir machen ... Reise nach München.
A
einer
B
einen
C
eine
D
ein

Slide 9 - Quiz

Wir haben kein... Preise(mv) gewonnen
A
keinen
B
keine
C
keiner

Slide 10 - Quiz

die Katze bringt jeden Tag ein... Maus (v)
A
einer
B
eine
C
ein

Slide 11 - Quiz

Der Postbote bringt ein... Mädchen einen Brief
A
eine
B
einer
C
einem
D
einen

Slide 12 - Quiz

Der Weihnachtsmann bringt ... Geschenk mehr.
A
keine
B
keinen
C
keinem
D
kein

Slide 13 - Quiz

Ik kan goed ontleden om de ein-Gruppe toe te passen
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Wat moet je nog leren?
Oefenen met ontleden
Bepalen van geslacht

Slide 15 - Sondage

Unterrichtsstunde 2
Ein-Gruppe
voorzetsels +3
voorzetsels +4

Slide 16 - Diapositive

Ein- Gruppe

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Plötzlich kam der Mann aus ... Haus (o)
A
einem
B
einen
C
ein
D
einer

Slide 19 - Quiz

Er ist auf der Suche nach ... Haustier (o)
A
sein
B
seinem
C
seiner
D
seinen

Slide 20 - Quiz

Seit ... Jahr (o) wohnt er in Berlin
A
ein
B
einer
C
einen
D
einem

Slide 21 - Quiz

Er rennt durch ... Straße (v)
A
eine
B
einer
C
einen
D
einem

Slide 22 - Quiz

Ohne ... Freund (m) gehe ich nicht in die Disko
A
einem
B
einer
C
einen
D
eine

Slide 23 - Quiz

Ik kan de ein- Gruppe toepassen na een voorzetsel
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Wat moet je nog leren?
Oefenen met ontleden
Bepalen van geslacht
Ein-Gruppe
Voorzetsels

Slide 25 - Sondage

Unterrichtsstunde 3
bezittelijke voornaamwoorden

Slide 26 - Diapositive

mijn
jouw
zijn
haar
ons onze
jullie
hun
uw
mein-
dein-
sein-
ihr-
unser-
euer- eur-
ihr-
Ihr-
Ein-gruppe extra!
1: Staan op de plek van het lidwoord
2: Hebben dezelfde uitgang
timer
3:00

Slide 27 - Diapositive

Ik ken de vertaling van de bezittelijke voornaamwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Oefenen met ....
Ein-Gruppe (ein, kein en bezittelijke voornaamwoorden) 

met de functie 
met de voorzetsels


Slide 29 - Diapositive

Wo wohnt [jouw] Freund? Er wohnt in Berlin.
A
deinen
B
dein
C
deiner
D
deine

Slide 30 - Quiz

Ist das [haar] Freund?
A
ihr
B
ihren
C
ihrer
D
ihrem

Slide 31 - Quiz

Ihr habt [jullie] Computerspiele vergessen!
A
euren
B
eure
C
eurem
D
eurer

Slide 32 - Quiz

Kannst du das bitte [jouw] Schwester zurück geben?
A
deiner
B
deinem
C
deinen
D
deine

Slide 33 - Quiz

Ich gehe shoppen mit ... Nachbarin
A
meine
B
meiner
C
meinen
D
meinem

Slide 34 - Quiz

Patrick bekommt von ... Freunden einen Handy
A
seinen
B
seine
C
seinem
D
seiner

Slide 35 - Quiz

Seit ... Fest (o) bin ich verliebt!
A
ihr
B
ihrem
C
ihrer
D
ihren

Slide 36 - Quiz

Den Kuchen hat sie für ihr___ Oma gebacken
A
ihrer
B
ihr
C
ihren
D
ihre

Slide 37 - Quiz

Ich habe das neue Mädchen aus ... Klasse getroffen
A
unsere
B
unseren
C
unserer
D
unserem

Slide 38 - Quiz

Torsten und Jens fahren mit ... Fahrrad zur Schule.
A
ihrer
B
ihren
C
ihrem
D
ihre

Slide 39 - Quiz

Oefenen met ....
Ein-Gruppe (ein, kein en bezittelijke voornaamwoorden) 

met de functie (zelf ontleden)
met de voorzetsels


Slide 40 - Diapositive

Wat moet je dus kunnen?
  1. Ontleden: onderwerp(1) meewerkend voorwerp (3), lijdend voorwerp (4)
  2. Geslacht zelfstandig naamwoord bepalen
  3. Vormen van de Ein- Gruppe
  4. Voorzetsels die de derde en vierde naamval bepalen

Slide 41 - Diapositive

Wat moet je nog leren?
Oefenen met ontleden
Bepalen van geslacht
Ein-Gruppe
Voorzetsels

Slide 42 - Sondage