Par. 5 inleiding en slot
1 / 14
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe kan je de betekenis van een woord achterhalen?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Noem zoveel mogelijk andere woorden voor "regen".
Slide 4 - Carte mentale
Wat is een synoniem?
A
Een ander woord dat dezelfde betekenis heeft
B
Een woord dat een andere betekenis heeft
C
Een gerecht uit Italië
D
Een woord dat iets aangeeft in de tekst, bijvoorbeeld 'omdat'
Slide 5 - Quiz
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor je opleiding UV moet je een verslag schrijven over haarkleuring. Je hebt op internet een tekst gevonden over blonderen. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over werkwoordspelling. Je leest de theorie in je (online) boek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de coronaregels. Je bezoek de website van het pretpark.
Oriënterend lezen
Globaal lezen
precies lezen
zoekend lezen
Slide 6 - Question de remorquage
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Verkennend lezen
precies lezen
Je kijkt naar de titel, tussenkopjes, afbeeldingen en de bronvermelding
Je leest de hele tekst goed door
Je let op de grote lijn, de hoofdzaken
Je let op een bepaald woord of een naam
Slide 7 - Question de remorquage
Wat is het verschil tussen het onderwerp van een tekst en de hoofdgedachte?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de goede volgorde in een tekst?
A
Slot, inleiding, middenstuk
B
Inleiding, middenstuk, slot
C
Slot, middenstuk, inleiding
D
Middenstuk, inleiding, slot
Slide 9 - Quiz
Inleiding
Kern
Slot
Slide 10 - Question de remorquage
Waar vind je de samenvatting?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 11 - Quiz
Waar vind je de deelonderwerpen?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 12 - Quiz
Waar vind je een anekdote?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
