Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Schrijf-/taalfouten
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Hoe zou jij dit formuleren?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Wat bedoelen ze hier?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Welk woord wordt hier bedoeld?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Wil je hier winkelen?
A
Ja!
B
Nee, hoezo?
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Wat zou jij op dit bord zetten?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Waar zit de fout?
A
bij 3
B
bij 4
C
bij 5
D
geen fout
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Pleonasme
Een pleonasme is een uitdrukking waarin het ene woord iets benoemt wat ook al in het andere woord besloten ligt. Bijvoorbeeld: oude bejaarde, nat water, witte sneeuw en een ronde bal.
Slide 20 - Diapositive
Tautologie
Een tautologie bestaat uit twee of meer woorden die hetzelfde betekenen. Bijvoorbeeld: daarnaast ... ook en altijd en eeuwig. Bij een tautologie wordt een begrip dus twee keer genoemd: enkel en alleen, gratis en voor niets, open en bloot
Slide 21 - Diapositive
Contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee begrippen. Bijvoorbeeld: het kost duur. Dit is een vermenging van het kost veel en het is duur. Een contaminatie kan ook een vermenging van twee woorden zijn waardoor je een nieuw woord krijgt dat niet klopt, bijvoorbeeld opnieuw