Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
Slide 1 - Diapositive
Doel
Je kunt uitleggen hoe de energiestroom in een ecosysteem werkt
Je kunt cel-, organisme en ecosysteem niveau aanduiden waardoor er een verschil is tussen bruto- en netto primaire productie.
Je kunt uitleggen waarom in een voedselpiramide bij hogere trofische niveaus minder productie/biomassa is dan bij lagere niveaus.
Slide 2 - Diapositive
Energiestroom door een ecosysteem
Producenten - zetten mbv licht/warmte energie anorganische stoffen om in organische stoffen
Hierdoor leggen ze de energie van de zon vast in organische stoffen
Aangezien producenten hun eigen organische stoffen kunnen assimileren zijn ze autotroof
BINAS 93A1
Slide 3 - Diapositive
Hoeveel procent van de zonne-energie gebruiken planten?
Slide 4 - Question ouverte
Bruto primaire productie (BPP)
Productie van glucose uit CO2 en H2O door middel van fotosynthese
Autotroof/heterotroof?
Producent/consument/reducent?
Welke organismen?
Welke organen?
Welke celorganellen?
Slide 5 - Diapositive
Netto = Bruto - verliezen
netto=bruto - verliezen
Slide 6 - Diapositive
Netto primaire productie (NPP)
Netto pp = Bruto pp - verliezen
Bruto pp = Glucoseproductie door fotosynthese/chemosynthese
hoe raakt een plantencel glucose weer kwijt?
welk organel?
Slide 7 - Diapositive
De NPP bereken je door BPP - verliezen. Aangezien de BPP de glucoseproductie is, moeten we weten wat de verliezen van glucose dan zijn. Hoe raakt een plant glucose kwijt en in welk organel gebeurt dit?
Slide 8 - Question ouverte
samenvatting
vergelijk: Netto Loon= Bruto Loon - Belasting
Netto Primaire productie (NPP) = Bruto Prim Prod(BPP) - dissimilatie
groei (in massa) = fotosynthese - dissimilatie
Slide 9 - Diapositive
Wanneer zal er bij een producent sprake zijn van groei?
A
Als de BPP groter is dan de dissimilatie
B
Als de BPP kleiner is dan de dissimilatie
C
Als de BPP gelijk is aan de dissimilatie
Slide 10 - Quiz
Bij welke lichtintensiteit is de BPP groter dan de dissimilatie?
A
0
B
2
C
4
D
6
Slide 11 - Quiz
Bereken de bruto primaire productie van het ecosysteem dennenbos (in tonnen koolstof per hectare per jaar)?
Slide 12 - Question ouverte
Noem een abiotische factor die het verschil in Netto primaire productie tussen tropisch regenwoud en loofbos kan verklaren. Doe dit ook voor loofbos en woestijn
Aangezien consumenten hun eigen organische stoffen niet kunnen assimileren zijn ze heterotroof.
Consumenten zetten organische stoffen om in andere organische stoffen
We zien echter dat de consumenten niet al de energie tot zich kunnen nemen.
BINAS 93A1
Slide 15 - Diapositive
De voedselconversiefactor geeft aan hoe efficiënt het voedsel door dieren wordt gebruikt. Deze factor is in dit geval de hoeveelheid plant die nodig is om één gram vismassa te produceren. De vissen zetten niet al het opgegeten voer om in lichaamsgewicht. Dat heeft twee oorzaken. Noem deze beide oorzaken.
Slide 16 - Question ouverte
Hoeveel procent van de producenten kunnen herbivoren tot zich nemen?
Slide 17 - Question ouverte
BINAS 93A2
Slide 18 - Diapositive
Carnivoor / herbivoor
Onthoud, plantaardig voedsel is lastiger te verteren dan dierlijk voedsel. Bij herbivoren zal F dus relatief groot zijn tov carnivoren
Slide 19 - Diapositive
Als ik een muis en een uil met elkaar vergelijk, dan is bij de uil:
A
F groter
B
F kleiner
C
P/A gelijk
D
P/A kleiner
Slide 20 - Quiz
Trofisch niveau
Slide 21 - Diapositive
We hebben een voedselketen van gras -> konijn -> vos -> wolf. De NPP van gras is 1000. Hoeveel daarvan komt uiteindelijk in de wolf terecht? Maak gebruik van de energiestroom getallen uit binastabel 93A1
Slide 22 - Question ouverte
Leg met behulp van de energiestroom in een ecosysteem uit dat herbivoren de grootste landdieren zijn op aarde.
Slide 23 - Question ouverte
Waarom een piramide?
Biomassa = drooggewicht van alle organismen in een bepaald trofisch niveau.
Slide 24 - Diapositive
Waarom denk je dat een voedselpiramide wordt gebaseerd op biomassa, en niet op aantallen organismen.
Slide 25 - Question ouverte
HUISWERK
Maak toetsvragen bij 23.7, maak ook de oefenvragen als dit niet vanzelf gaat.