11.5 Het netvlies

6.5 Het Netvlies
11.5 Het netvlies
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.5 Het Netvlies
11.5 Het netvlies

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Wat is GEEN onderdeel van het oog ?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Traanvlies

Slide 3 - Quiz

Wat is de pupil?
A
Een zwart deel in je oog
B
Een opening in je iris
C
een opening in je hoornvlies
D
een opening in je lens

Slide 4 - Quiz

Buitenkant van
 het oog

Wenkbrauwen
Oogleden met wimpers
Traanklieren en traanbuisjes
Oogwit
Pupil en Iris

Slide 5 - Diapositive

Zet de woorden in de juiste volgorde.
Het licht dat je oog binnenkomt gaat langs:
-->
-->
-->
-->
glasachtig lichaam
hoornvlies
lens
pupil
netvlies

Slide 6 - Question de remorquage

Het licht dat je oog binnenkomt gaat langs .....

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is accommoderen?
A
Regelen van de hoeveelheid licht dat in het oog mag komen.
B
Scherpstellen van het oog door de bolling van de ooglens te veranderen.
C
Scherpstellen van het oog door de iris te vergroten of te verkleinen.

Slide 9 - Quiz

Accomoderen
Het boller of platter maken van de ooglens
 om scherp te kunnen zien

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
11.5.1 Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven.

Slide 11 - Diapositive

Netvlies
Licht gaat door: hoornvlies, ooglens, glasachtig lichaam - netvlies. In het netvlies liggen de zintuigcellen. 
Zintuigcellen zetten prikkel (licht) om in impulsen die naar de hersenen gaan.

Slide 12 - Diapositive

Netvlies

Netvlies bestaat uit 2 lagen:
een laag zintuigcellen en een laag zenuwcellen. 

Slide 13 - Diapositive

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zintuigcellen
2 soorten zintuigcellen: 
Kegeltjes Werken als er veel licht is. 
Staafjes

Slide 16 - Diapositive

Kegeltjes

Werken als er veel licht is. Reageren op rood, groen of blauw licht. 
Andere kleuren door samenwerken van verschillende  kegeltjes. 
Elk kegeltje heeft zijn eigen zenuwcel.
Details (lezen/tv kijken)
Liggen rond de gele vlek. 
Scherp kijken: ogen richten zodat beeld in gele vlek valt. 

Slide 17 - Diapositive

Staafjes
Werken ook met weinig licht. Je kunt er in de schemering mee zien. Je ziet grijs en zwart-wit.
Meerdere staafjes zijn verbonden met één zenuwcel. Hierdoor zie je minder details. 
Verspreid over het netvlies, niet in de gele vlek. 

Slide 18 - Diapositive

Kleurenblind
Sommige kegeltjes werken niet goed. 
Roodgroenkleurenblindheid is de meest voorkomende kleurenblindheid. 

Slide 19 - Diapositive

Zenuwcellen
De laag zenuwcellen ligt tegen het glasachtig lichaam.
Geleiden impulsen gevormd in de staafjes en kegeltjes via de oogzenuw naar de hersenen. 
Bij de blinde vlek gaan de uitlopers door het netvlies, het vaatvlies en het harde oogvlies heen. 

Slide 20 - Diapositive

Zintuigcellen: op een rijtje
Kegeltjes
Staafjes
Werken bij veel licht
Werken bij weinig licht
Zie je kleuren (rood, groen, blauw)
Zie je contrasten in grijs en zwart-wit
Details zien (lezen en tv-kijken)
Geen details
In en rondom de gele vlek
Verspreid over het gehele netvlies

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Hoera....

Slide 23 - Diapositive

Benoem de verschillende onderdelen van het netvlies.
uitloper zenuwcel
staafje
kegeltje
zenuwcel
blinde vlek
oogzenuw
gele vlek

Slide 24 - Question de remorquage

Wij hebben een doorzichtige laag die voor ons oog zit. Hoe heet deze laag?
A
Hoornvlies
B
Harde oogvlies
C
Netvlies
D
Vaatvlies

Slide 25 - Quiz

Hoe heet onderdeel wat wij zien van het vaatvlies, aan de voorkant van het oog?
A
Hoornvlies
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Iris

Slide 26 - Quiz

Waar ontstaat een impuls na een prikkel?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel

Slide 27 - Quiz


Met welk onderdeel van het oog kun je het oog alle kanten opdraaien?
A
Glasachtig lichaam
B
Vaatvlies
C
Pupil
D
Oogspier

Slide 28 - Quiz

Welk onderdeel van je oog brengt de informatie naar je hersenen?
A
Hoornvlies
B
Oogzenuw
C
Netvlies
D
Iris

Slide 29 - Quiz

Oudere mensen kunnen dikwijls de krant alleen zonder bril lezen, als ze deze met gestrekte armen voor zich houden. Welke van de genoemde veranderingen kan daarvan de oorzaak zijn?
A
troebelheid hoornvlies
B
troebelheid lens
C
verminderen van elasticiteit lens
D
groter worden van de afstand tussen lens en netvlies

Slide 30 - Quiz

Van buiten naar binnen kom je in je oog drie lagen tegen, wat is de juiste volgorde?
A
Netvlies, Vaatvlies, harde oogvlies
B
Vaatvlies, Netvlies, harde oogvlies
C
Harde oogvlies, vaatvlies, netvlies

Slide 31 - Quiz

Op welke plek van het netvlies moet het licht vallen/samenkomen?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Vaatvlies
D
Hoornvlies

Slide 32 - Quiz

Zet in meest logische volgorde:
-impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie

Slide 33 - Quiz

Bij oogonderzoek wordt wel eens gebruik gemaakt van stoffen waardoor pupilverwijding optreedt. Door de stoffen worden bepaalde spieren tijdelijk verlamd. Welke spieren zijn tijdelijk verlamd, waardoor deze pupilverwijding optreedt?
A
oogspieren
B
kringspieren in de iris
C
spieren in straalvormig lichaam
D
straalsgewijs lopende spieren in de iris

Slide 34 - Quiz

Kunnen niet-adequate prikkels in een zintuigcel impulsen opwekken?

Zo ja, in welke gevallen?
A
Nee
B
ja, niet-adequate prikkels wekken impuls op als ze heel zwak zijn
C
ja, als ze heel sterk zijn
D
ja, niet-adequate prikkels met dezelfde sterkte als adequate wekken ook een impuls op

Slide 35 - Quiz

voor welke drie kleuren licht zijn de drie typen kegeltjes van de mens gevoelig?

Slide 36 - Question ouverte

lens
iris
netvlies
zenuw

Slide 37 - Question de remorquage

noem drie typen zintuigen/receptoren die in de huid te vinden zijn.

Slide 38 - Question ouverte

Aan het (huis) werk
 6.5 Het netvlies: opdr 1 t/m 4 
Lezen blz 208-209

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo