woordenschat les paragraaf 2 algemeen

Welkom bij Nederlands
Telefoon in de koffer. Jas aan de kapstok

                        Op tafel:
 Leesboek, laptop (dicht)
etui, agenda en schrift.
timer
5:00
socialiseren
Geen eten en drinken. Geen kauwgom.
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Telefoon in de koffer. Jas aan de kapstok

                        Op tafel:
 Leesboek, laptop (dicht)
etui, agenda en schrift.
timer
5:00
socialiseren
Geen eten en drinken. Geen kauwgom.

Slide 1 - Diapositive


  • 10 minuten lezen
  • instructie Woordenschat
  • quizvragen woordenschat
  • zelfstandig werken = ONLINE
  • vragen/ evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Imiteren
vatbaar
Afwezig
gebrek
gemakkelijkte beïnvloeden
nadoen
slim

Slide 4 - Question de remorquage

Volgens de website […] ze de bestelling gratis binnen vierentwintig uur.
Welk woord past in de zin?
A
emoties
B
leveren
C
ontstaan
D
prestaties

Slide 5 - Quiz

Als ik een zielig verhaal hoor, kan ik mijn […] moeilijk verbergen.
Welk woord past in de zin?
A
relaties
B
prestaties
C
emoties
D
leveren

Slide 6 - Quiz

Een werkwoord kan veranderen van tijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

In een zin staan altijd twee of meer werkwoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Welk woord is een werkwoord?
A
borden
B
koekenpan
C
nooit
D
zoeken

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een werkwoord?
A
best
B
brandt
C
komkommer
D
zand

Slide 10 - Quiz

Welk woord is een werkwoord?
A
bankier
B
atleet
C
schoenmaker

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een werkwoord?
Roderick vult voor zichzelf een groot glas met cola.
A
Roderick
B
vult
C
groot
D
cola

Slide 12 - Quiz

Welke woorden gebruik je bij de-woorden
A
dat
B
deze
C
die
D
dit

Slide 13 - Quiz

Wil jij ..... oven aanzetten op 220 graden?
A
de
B
het

Slide 14 - Quiz

Dorine moest met haar gekneusde pols naar.....ziekenhuis.
A
de
B
het

Slide 15 - Quiz

Met ..... scooter ben je sneller op de training.
A
de
B
het

Slide 16 - Quiz

Bah, wat is ...... toilet verschrikkelijk vies!
A
die
B
dat

Slide 17 - Quiz

Zou ..... gerucht over de sloop van ons clubhuis waar zijn?
A
dat
B
die

Slide 18 - Quiz

Puck heeft .... groene markeerstift gebruikt om aantekeningen te maken.
A
dat
B
die

Slide 19 - Quiz

Ik ben bang dat ...... shirt me inmiddels veel te klein is.
A
deze
B
dit

Slide 20 - Quiz

Voor jouw computer is ......virusscanner het beste.
A
deze
B
dit

Slide 21 - Quiz

Ik vind het schilderij .... bij mijn opa en oma in de gang hangt, foeilelijk.
A
dat
B
die

Slide 22 - Quiz

Bram heeft .......berekend hoeveel zakgeld hij nog moet krijgen.
A
nauwkeurig
B
nouwkeurig

Slide 23 - Quiz

Op de kampioenswedstrijd waren meer dan duizend ........ afgekomen.
A
toeschauwers
B
toeschouwers

Slide 24 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
Jannie
A
wel
B
niet

Slide 25 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
Lays chips
A
wel
B
niet

Slide 26 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
December
A
wel
B
niet

Slide 27 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
Het Noorden
A
wel
B
niet

Slide 28 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?
Zuid-Afrika
A
wel
B
niet

Slide 29 - Quiz

Zelfstandig werken - in stilte

Maken:

Woordenschat paragraaf 2 Journaal + paragraaf 3 verkeer


Leren: par/. 2 + par. 3

volgende week toets: par.2 +par.3.

Cursus Woordenschat




timer
20:00
Tekst

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Wat heb je geleerd
deze les?

Slide 32 - Carte mentale

Huiswerk
Lezen:

Maken:

Slide 33 - Diapositive