KT1: Mentorles: motivatie

Mentorles 1K: Motivatie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Mentorles 1K: Motivatie

Slide 1 - Diapositive

Wat is volgens jou motivatie?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe gemotiveerd wat jij vanochtend om je bed uit te komen? Geef een cijfer van 1-10.

Slide 3 - Question ouverte

Hoe gemotiveerd ben je op dit moment voor school?
Geef een cijfer tussen de 1 en de 10.
0100

Slide 4 - Sondage

Motivatie
Wat is motivatie?

  • Bewust en uit eigen wil (mee)werken aan een doel.
  • Motivatie is een gevoel (moeilijk te meten)
  • Motivatie is positief: een sterke motivatie leidt tot betere prestaties.
  • Motivatie is niet stabiel: soms sterk soms minder....

Twee soorten: intrinsieke en extrinsieke motivatie

Slide 5 - Diapositive

Intrinsieke motivatie

  • Komt van binnenuit
  • Denk aan:
  1. Wilskracht
  2. Gedrevenheid
  3. Doel

Slide 6 - Diapositive

Ben jij intrinsiek gemotiveerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Wat is jouw doel
in het leven
(of voor dit schooljaar)?

Slide 8 - Carte mentale

Extrinsieke motivatie
  • Komt van buitenaf
  • Denk aan:
  1. Deadlines
  2. Sociale status
  3. Geld

Slide 9 - Diapositive

Docenten kunnen mij motiveren.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Docenten kunnen mij
motiveren door....

Slide 11 - Carte mentale

Zijn de volgende situaties intrinsiek of extrinsiek?

Slide 12 - Diapositive

"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 13 - Quiz

"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 14 - Quiz

"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 15 - Quiz

"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 16 - Quiz

"Ik ga graag voetballen omdat ik dan mijn vrienden zie."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 17 - Quiz

Reageer op de volgende stellingen

Slide 18 - Diapositive

Stelling 1
Ik slaap liever dan dat ik les volg

(Steek je hand op  als je het eens bent) 

Slide 19 - Diapositive

Stelling 2
De meeste lessen zijn saai.

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 20 - Diapositive

Stelling 3
Ik ga naar school omdat het moet.

(Steek je hand op  als je het eens bent) 

Slide 21 - Diapositive

Stelling 4
Als ik niet gemotiveerd ben ligt het aan mezelf

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 22 - Diapositive

Stelling 5
Ik ga naar school om mijn diploma te halen.

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 23 - Diapositive

Wat zou jij doen in de volgende situaties?

Slide 24 - Diapositive

1. Je voelt je na een slechte nacht niet zo lekker, maar je moet eigenlijk naar school. Wat doe je?

A
Je blijft nog een uurtje liggen en je begint later.
B
Je gaat wat langer onder de douche staan om wakker te worden en je gaat gewoon op tijd naar school.
C
Je laat je ziek melden. Je had toch geen belangrijke vakken

Slide 25 - Quiz

2. Jouw docent zegt dat je te veel op je telefoon zit en vraagt hem weg te leggen. Wat doe je?

A
Je probeert met de docent een oplossing te verzinnen. Bijvoorbeeld wanneer je werk af is mag je op je telefoon.
B
Je praat niet meer met die docent, maar je stopt je telefoon wel weg.
C
Wat een stomme docent! Je gaat niet meer naar die les.

Slide 26 - Quiz

3. Je les is saai, en te makkelijk voor je. Wat doe je?

A
Je laat het zo, lekker makkelijk.
B
Je vraagt je docent om verdiepingswerk.
C
Je bespreekt met je docent/mentor hoe je de les minder saai kan maken.

Slide 27 - Quiz

4. Je krijgt te horen dat je training om 7:00 uur in de ochtend begint. Wat doe je?

A
Dat is veel te vroeg. Je stopt met trainen.
B
Je kiest er voor om dan maar iets eerder naar je bed te gaan, zodat je het toch haalt.
C
Je komt elke dag gewoon een uurtje later, want je gaat niet voor je training eerder naar bed.

Slide 28 - Quiz

5. Je hebt twee tussenuren voordat de volgende les begint. Wat doe je?

A
Lekker naar huis! Of de rest van de dag lekker winkelen.
B
Een beetje hangen in de kantine tot de uren voorbij zijn.
C
Je maakt alvast je huiswerk.

Slide 29 - Quiz

6. Jij bent netjes op tijd in de les, maar je docent is er na 10 minuten nog niet. Wat doe je?

A
Je loopt naar de teamleider om te vragen waar je docent blijft.
B
Je gaat lekker naar huis. Te laat is te laat!
C
Je blijft wachten.

Slide 30 - Quiz

7. Je vrienden stellen voor om naar de stad te gaan, maar je hebt eigenlijk nog een belangrijke les. Wat doe je?


A
Je meldt je ziek op school, en gaat de stad in met je vrienden.
B
Natuurlijk ga je met je vrienden mee. Dat is toch veel leuker!
C
Je spreekt een ander moment af met je vrienden om naar de stad te gaan en volgt de les.

Slide 31 - Quiz