Week 2 (37) 2022 klas 3 - Haben und sein

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

An die Arbeit!

An die Arbeit: 

Was?   üben mit der Konjungierung (vervoeging) von

              haben und sein

Wie?   selbstständig, am Computer;

             https://duitsleren.org/oefeningen haben und sein

Hilfe?  Seite 146

Zeit?    10 Minuten

Fertig? Geh weiter mit Aufgabe 2 auf Seite 15

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

• Anfang des neuen Kapitels
• hören und sehen
• Wiederholung haben und sein

Lernziele:

• Je bent in staat om de hulpwerkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd te vervoegen en te gebruiken in een zin (herhaling)

www.zdf.de

Dieses Kapitel: Umgebung

Leerdoel:

• Je leert een omgeving te omschrijven en over het weer te praten

Grammatik:

• Je leert haben en sein in de verleden tijd te vervoegen en te gebruiken in een zin
• Je herhaalt hoe je een voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden moet maken
  
• en leert hoe het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt gevormd

An die Arbeit!

An die Arbeit: 

Was?   Hören und sehen

Wie?   zusammen, im Buch      

Hilfe?  keine

Zeit?    10 Minuten

Fertig? wir besprechen die Antworte zusammen

Wiederholen: haben oder sein ????

Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen) !!!!

het werkwoord haben

ich

du

e/s/e

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

het werkwoord sein

ich

du

e/s/e

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

Aber zuerst.....ein Filmchen!

............... du Zeit für mich?

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

.................. du müde?

.............. Sie schon wieder krank?

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.

.............. ihr froh, dass der Urlaub beginnt?

Er ........... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen.

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Hoe ver ben ik?

1. Ik weet alles
2. Ik weet het redelijk goed
3. Ik weet het een beetje
4. Ik weet het niet

Heb ik de leerdoelen behaald?

•     ben ik in staat om de hulpwerkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd te vervoegen en te gebruiken in een zin?

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

Machen/lernen:

Online: via Planning: Brückenschlag week 2

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Lernziele:

• ik ken de vormen van haben en sein in de verleden tijd en kan ze gebruiken in een zin

Waarom leren we dit?

• Je moet  je ook in de verleden tijd kunt uitdrukken

Aber zuerst.....ein Filmchen!

www.zdf.de

Nog even herhalen...

Haben und Sein im Präsens!

(mondeling)

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?      Maak Online E: Grammatik: Aufgabe 15, 16, 17, 

               18 

Wie?       selbstständig

Hilfe?     die Grammatik auf Seite 27

Zeit?       15 Minuten
Fertig?  Wörter lernen (online) via Planning: Lernliste 

                 Kapitel 1 Umgebung en/of  Week 2 

                 Brückenschlag afmaken

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir diese Stunde?

1. Die Hausaufgaben besprechen: gibt es Fragen?

2. Lesen 

3.  Wortschatz:  Online ab Aufgabe  2 (10 Minuten)

Was machen wir heute?

• Wortschatz 
• Lesen

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Lesen: Aufgabe 12 auf Seite 22-25

Wie?       Ihr macht die Aufgaben 12 a en c und 13

Hilfe?     ein Wörterbuch

Zeit?       20 Minuten
Fertig?  Online B: Wortschatz ab Aufgabe 3 (und weiter)

                machen

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Online: vanaf Aufgabe 3 (je volgt de route die 

               het online boek je geeft!) (via Start; 1. Umgebung)

Wie?      selbstständig

Hilfe?     die Wörterliste auf Seite 48

Zeit?       10 Minuten
Fertig?  Wörter lernen (online) via Planning: Lernliste 

                 Kapitel 1 Umgebung en/of Week 2 

                 Brückenschlag afmaken

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!