Thema 3 basisstof 5: Bacteriën

Kader: Basisstof 5, Bacteriën
GTL: basisstof 6, Bacteriën
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kader: Basisstof 5, Bacteriën
GTL: basisstof 6, Bacteriën

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de onderstaande kenmerken horen bij de "schimmels"?
A
Wel celkern, Geen celwand, Geen bladgroenkorrels
B
Wel celkern, Wel celwand, Wel bladgroenkorrels
C
Wel celkern, Wel celwand, Geen bladgroenkorrels
D
Geen celkern, Wel celwand, Geen bladgroenkorrels

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar:
In schimmels kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is NIET juist?
A
Schimmels hebben lange schimmeldraden
B
Schimmels planten zich voort met sporen
C
Schimmels kunnen nuttig of schadelijk zijn
D
Schimmels hebben bladgroenkorrels

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar:
"Een paddenstoel is een orgaan van een schimmel"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
-Kun je kenmerken opnoemen van bacteriën. 
-Kun je uitleggen dat bacteriën zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn, en hiervan voorbeelden opnoemen. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van bacteriën

Bacteriën hebben als enige groep geen celkern. 

Bacteriën zijn eencellig: ze bestaan altijd maar uit één cel.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van bacteriën

Bacteriën zijn heel klein, met je blote oog kan je ze niet zien.

Onder een gewone microscoop zie je alleen maar streepjes.
Onder een elektronenmicroscoop kun je ze wel goed zien.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting
Bacteriën planten zich voort door celdeling. Iedere cel kan zichzelf in tweeën splitsen.

Dit gaat erg snel, vooral in warme omstandigheden. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut en schade
Bacteriën zitten overal op en in je lichaam -> wel miljarden goede bacteriën. 

Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Ze beschermen je tegen ziekteverwekkers. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut en schade
Ook in de natuur zijn bacteriën erg nuttig. Ze ruimen, net als schimmels, dode resten van organismen op. 

Slide 13 - Diapositive

Ons voedsel bestaat ook uit resten van organismen, denk maar aan fruit, groenten en vlees. Hierop kunnen bacteriën erg goed leven. Daardoor kan voedsel bederven.
Nut en schade
Maar we kunnen bacteriën ook gebruiken om juist voedingsmiddelen ta maken.

Denk aan yoghurt en zuurkool.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut en schade
Helaas kunnen sommige bacteriën ziektes zoals longontsteking veroorzaken. 

Deze ziekten kunnen we vaak goed bestrijden met antibiotica (gemaakt van de penseelschimmel)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag! 
Kader:
Basisstof 5 Bacteriën:
Opdrachten 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz!
Herhaling
Zijn de leerdoelen behaald?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën zijn
A
prokaryoot
B
eukaryoot

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën zijn:
A
Altijd schadelijk
B
Altijd nuttig
C
Kunnen schadelijk of nuttig zijn

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën
A
planten zich niet voort
B
vermeerderen zich door te delen
C
planten zich voort met zaadjes

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een schaal liggen 10 bacteriën.
Die bacteriën delen zich elk uur.

Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur?
A
15
B
20
C
35
D
40

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben bacteriën niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions