Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
BS 1: Het zintuigstelsel
Slide 1 - Diapositive
0
Slide 2 - Vidéo
Leerdoelen
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven
Je weet wat prikkels zijn
Je kunt de zintuigen noemen met de plaats van de ligging
je weet wat bedoeld wordt met een adequate prikkel, met drempelwaarde, met gewenning en motivatie.
Slide 3 - Diapositive
Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. (invloed uit het milieu op een organisme)
- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels
Slide 4 - Diapositive
Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels
om in impulsen.
Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw
impulsen gaan door het zenuwstelsel naar de hersenen waar je je ervan bewust wordt.
Slide 5 - Diapositive
Adequate prikkels
Juiste prikkel bij het juiste zintuig.
Elk zintuig reageert maar op 1 soort prikkel.
vb: Het reukzintuig reageert alleen op geurstoffen.
Slide 6 - Diapositive
Zintuigen met juiste prikkel
Slide 7 - Diapositive
Dus...!
Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op. En zetten de prikkel om in een impuls. Een impuls is een electrisch stroompje dat door zenuwen gaat:
van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.
Slide 8 - Diapositive
Drempelwaarde
Een prikkel wordt pas een impuls op het moment dat de prikkel sterk genoeg is.
De minimale prikkelsterkte die nodig is om hem om te zetten in een impuls noemen we de DREMPELWAARDE.
De drempelwaarde is bij verschillende organismen anders. Een hond kan bijvoorbeeld beter horen dan een mens.
Slide 9 - Diapositive
Ontstaan van impulsen
Drempelwaarde - Adequate Prikkel
Slide 10 - Diapositive
Gewenning
Als de prikkel aanhoudt, dan zal er gewenning optreden....
Gevolg: drempelwaarde gaat omhoog en er worden minder tot geen impulsen meer afgegeven.
Dit is bijvoorbeeld bij het dragen van je kleding, die voel je op een gegeven moment niet meer zitten
Slide 11 - Diapositive
Motivatie
De drempelwaarde is niet altijd gelijk. Door heel gefocust te zijn kun je de drempelwaarde verlagen.
Als je bijvoorbeeld met met gespitste oren gaat luisteren, zul je steeds meer geluidjes kunnen waarnemen.
Slide 12 - Diapositive
Drempelwaarde verlagen
De drempelwaarde kan je dus verlagen. Als je twee mensen ziet fluisteren en je gaat je op het gesprek concentreren, kan je soms wat meer horen van het gesprek.
Dit noem je motivatie
Slide 13 - Diapositive
Reageren of niet?
Je reageert niet op:
-te zwakke prikkels
-prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
-onbelangrijke prikkels (motivatie)
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel
Slide 16 - Question de remorquage
Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
vieze sokken ruiken
vuurwerk kijken
zachte kussen voelen
Slide 17 - Question de remorquage
Motivatie zorgt ervoor dat je meer waarneemt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Zintuigcellen maken van prikkels...
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur
Slide 19 - Quiz
Gedrag wordt veroorzaakt door?
timer
0:10
A
inwendige prikkers
B
uitwendige prikkels
C
zowel inwendig als uitwendige prikkels
Slide 20 - Quiz
Zintuigen geven impulsen af
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Hoe noemen we de prikkel waar een zintuig speciaal gevoelig voor is?
A
Zintuigelijke prikkel
B
Zintuigelijke impuls
C
Drempelwaarde
D
Adequate prikkel
Slide 22 - Quiz
Wat is de adequate prikkel voor de gehoorzintuigen?
A
zwaartekracht
B
licht
C
geur
D
geluid
Slide 23 - Quiz
Een lage drempelwaarde betekent:
A
dat een zwakke prikkel een impuls veroorzaakt
B
dat een zwakke prikkel geen impuls kan veroorzaken.
Slide 24 - Quiz
Wie heeft de laagste drempelwaarde voor ruiken?
A
de hond
B
de mens
Slide 25 - Quiz
hoe kun je de drempelwaarde voor je gehoorzintuigen verlagen?
A
door je te concentreren op wat er gezegd wordt
B
doordat je er aan gewend raakt
Slide 26 - Quiz
Welke van de onderstaande organen verwerkt prikkels?
A
Ruggenmerg
B
Oren
C
Hersenen
D
Hart
Slide 27 - Quiz
Het oog heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oog?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid
Slide 28 - Quiz
De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Wat speelt een rol bij de drempelwaarde?
A
Motivatie
B
Gewenning
C
Beide
Slide 29 - Quiz
Als je een nieuwe armband draagt voel je dit vooral in het begin. Deze drukgewaarwording verdwijnt na een tijdje. Waardoor komt dat?