jan 10 wordorder & adjectives

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welcome B2B

English class

Startklaar

1. Ga gelijk op je plek zitten.
2. Laptop dicht, boek, map, & pen op tafel
3. Rustig wachten tot de les start.

Quiz terugblik

Zet de onregelmatige werkwoord in de verleden tijd (past simple). 

• We ………... (to be) on our way to school when it started to rain.
• were
• I ……….. ( to wear) my new shoes to school yesterday.
• wore
• The students .............. (to do) their homework.
• did

Quiz terugblik

Zet de werkwoord in de verleden tijd (past continuous). 

• My brother ……………. TV when she called. (watch)
  
• was watching
• While my family and I …….... the picnic, it started to rain.(have)
  
• were having
• The boys ................... to the park. (walk)
• were walking

Lesson goals

By end of this class:

1. I can put words in the correct order in a sentence.

Planning:

1. Woordvolgorde & bijvoeglijke naamwoord herhaling
2. Woordvolgorde oefenen & nabespreking
3. Zelfstandigwerken
4. Afronding

Wat is de woordvolgorde in een Engelse zin?

Zet de wordjes in een correct zin:
watched / a / he / last weekend / film / at home

Woord volgorde 

wie/wat

doet

wat

waar

wanneer

He

Watched

a funny film

at home

last weekend.

Jenny

bought 

a beautiful dress

yesterday

We

had

a good time

at school.

Wordvolgorde:
received/ for/her birthday/ a / laptop new / she

Wordvolgorde:
good/ we / had / a / time/ Christmas dinner / at / last month

Zelfstandigwerken

What: Practice word order

1. Ch. 3 Grammar 5A slimstampen (woordvolgorde)

How: Individually

Help: raise your hand

Results: I'll check online

tijdover? English essential oefenen

Nabespreking

1. The singer  wore a green suit at the festival.
2. We performed our play on a gigantic stage.
   
3. The grumpy actor didn't sign any autographs at the convention yesterday.
   
4. The talented director is filming the sequel in the dessert right now.
   
5. That amazing film won three Oscars last night.

Woord volgorde: Wie   doet    wat     waar     wanneer

Begrippen uit deze les

Woordvolgorde:

• Wie  doet  wat   waar  wanneer
• had/they/a / yesterday / delicious / in the park / picnic
• They had a delicious picnic in the park yesterday.

Terugkijken naar de les

• Schrijf 3 dingen op wat je hebt vandaag geleerd?
• Schrijf een vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.
• Evaluatie: hoe is de les gegaan
• Engels digitaal: Numo elke week 30 minuten oefenen!
• Hw: leren voor toets

        

Ik ga een paar vragen stellen: iedereen denk voor 10 a 20 seconden voor zichzelf na. Ik kies zelf mensen uit.

20 nov wordorder & adverbs