B4 Ogen

Doel van de les: 
Je kunt de delen van een oog benoemen met hun taak
Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te zien
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Doel van de les: 
Je kunt de delen van een oog benoemen met hun taak
Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te zien

Slide 1 - Diapositive

Buitenkant oog
  1. Wenkbrauw: zorgt dat zweet of ander vocht niet in je oog loopt
  2. Ooglid: verspreidt traanvocht over je oog
  3. Wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en fel licht
  4. Pupil: Opening in de iris, hier gaat licht je oog binnen
  5. Iris: Gekleurde gedeelte van het oog
  6. Harde oogvlies: Witte gedeelte van je oog
  7. Hoornvlies: ligt over de iris en pupil, is doorzichtig

Slide 2 - Diapositive

B3 Oren en ogen

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

0

Slide 5 - Vidéo

Binnenkant oog
Oogspier: draaien de ogen in de richting waarin je kijkt
Glasachtig lichaam: vulling van het oog, soort gelei
Lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
Harde oogvlies: buitenste laat van het oog
Netvlies: binnenste laat van het oog, hier liggen de zintuigcellen waar de impulsen ontstaan
Vaatvlies: middelste laag van het oog, bevat bloedvaten
Oogzenuw: impulsen gaan via deze zenuw naar de hersenen
Blinde vlek: Plaats in het netvlies waar geen zintuigcellen liggen
Gele vlek: hier liggen de meeste zintuigcellen en kun je het scherpst zien

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Slechtziendheid
  1. Iemand die verziend is kan van dichtbij niet scherp zien
  2. Hij heeft een bolle (+) lens nodig in een bril
  3. Iemand die bijziend is kan ver weg niet scherp zien
  4. Hij heeft een holle (-) lens nodig
 

Slide 8 - Diapositive

Welk onderdeel van het oog moet vochtig blijven door middel van traanvocht?
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Vaatvlies

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de plek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Vaatvlies
B
Zintuigcel
C
Gele vlek
D
Blinde vlek

Slide 10 - Quiz

Vincent's vader heeft moeite met het lezen van een boek. Is hij verziend, of bijziend?
A
Verziend
B
Bijziend

Slide 11 - Quiz

Een uil kan niet met zijn ogen bewegen. Welk onderdeel van de oog mist een uil?
A
Glasachtig lichaam
B
Harde oogvlies
C
Oogspieren
D
Oogzenuw

Slide 12 - Quiz

Door de ................. gaan berichten naar je hersenen.
A
oogspieren
B
oogzenuw

Slide 13 - Quiz

Als je bijziend bent dan heb je...
A
Holle en bollen lenzen nodig
B
Niks bijziend zijn is goed
C
Holle lens nodig
D
Bolle lens nodig

Slide 14 - Quiz

Sleep de namen naar het juiste nummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vaatvlies
Harde oogvlies
netvlies
lens
hoornvlies
iris
oogzenuw
oogspieren
glasachtig lichaam

Slide 15 - Question de remorquage

Aan het werk
  1. Lees B4 ditigaal (Boek: blz 86)
  2. Maak opdr 1 t/m 8 + 10 via de digitale methode

Slide 16 - Diapositive

 Proefjes

Slide 17 - Diapositive

Proefjes
  • Voor wie het leuk vindt volgt hier een proefje dat je thuis kunt uitvoeren.
  • Heb je leuke filmpjes of foto's van je proefje stuur deze dan naar je docent bio/verz via mail, wij zijn heel benieuwd!
  • Succes allemaal!
  • Wil je meer proefjes, deze vind je op www.proefjes.nl

Slide 18 - Diapositive

Blinde vlek
  1. Leg je linkerhand als een pistool op het papier
  2. Teken boven je duim een sterretje
  3. Teken boven je wijsvinger een rondje
  4. Leg het papier op tafel met het rondje en sterretje naast elkaar
  5. Doe je linkerhand voor je linkeroog
  6. Hang met je rechter oog een paar centimeter boven het rondje
  7. Kijk met je rechteroog naar het rondje op het papier
  8. Blijf vanuit je ooghoek kijken naar het sterretje
  9. Blijft naar het rondje kijken en ga met je hoofd langzaam omhoog
Nodig
Vel papier, potlood

Slide 19 - Diapositive

Oogje toeknijpen
  1. Zoek een duidelijk punt op de muur
  2. Zet een grote stap van de muur af
  3. Maak een rondje van je duim en wijsvinger
  4. Kijk met beide ogen door het rondje naar het punt op de muur
  5. Doe je linkeroog dicht, terwijl je naa rhet plaatje kijkt
  6. Doe je linkeroog weer open
  7. Doe nu je rechteroog dicht, terwijl je naa rhet plaatje kijkt.
Wat gebeurt er?
Hoe denk je dat dit komt?
Nodig
punt op de muur (plaatje, stip, spijker)

Slide 20 - Diapositive