Evenementen: Herhalingsles

Evenementen


Herhalingsles voor theorie toets 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Evenementen


Herhalingsles voor theorie toets 

Slide 1 - Diapositive

Wat is een evenement?

Slide 2 - Question ouverte

Recreatie vormen
- Uur recreatie: recreatie-activiteit die 1 tot 2 uur duurt. 
- Dag recreatie: recreatie-activiteit die 3-24 uur duurt.
- Verblijfsrecreatie: een betaalde recreatie-activiteit waarbij je minimaal één nacht ergens verblijft. 

Slide 3 - Diapositive

Wat voor soort recreatie is dit?

Mike gaat met zijn vrienden een avond bowlen.
A
Dagrecreatie
B
Uurrecreatie
C
Verblijfsrecreatie
D
Betaalde recreatie

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van bedrijven die recreatie-activiteiten aanbieden?
A
Bowlingbaan, bungalowpark en buitenschoolse kinderopvang
B
Bootjesverhuur, pretpark en bioscoop
C
Surfschool, zwembad en openbare speeltuin
D
Basisschool, indoor speelparadijs, camping

Slide 5 - Quiz

Doelgroepen in  de recreatie 
Een doelgroep is een groep mensen met een aantal dezelfde kenmerken. 

- Doelgroepen in dezelfde leeftijdsgroep
- Doelgroepen met dezelfde interesses 

Slide 6 - Diapositive

Openbaar evenement:
Voor iedereen toegankelijk.


-----------------------------
Kortdurig evenement:
Paar uurtjes of een dag. 
Besloten evenement:
Wanneer er een uitnodiging is verstuurd voor een evenement. 
-----------------------------
Langdurig evenement:
Kan meerdere dagen duren.

Slide 7 - Diapositive

Privé evenementen worden georganiseerd voor en/of door mensen die je kent.
---------
Voorbeelden:
- Een verjaardag
- Een bruiloft
- Een slagingsfeestje
Professionele evenementen worden georganiseerd door recreatiebedrijven of evenementenorganisaties. 
---------
Voorbeelden:
- Een concert
- Een sportevenement

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn kenmerken die horen bij evenementen?
A
Thema, doelgroep, buiten
B
Thema, tijdsduur, betaald
C
Thema, groot, locatie
D
Thema, tijdsduur, locatie

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen activiteiten en evenementen op een
recreatiebedrijf?
A
Activiteiten zijn voor weinig mensen en evenementen voor veel mensen.
B
Activiteiten komen elke week terug en evenementen niet.
C
Voor evenementen moeten de gasten betalen, voor activiteiten niet.
D
De evenementen zijn voor alle gasten en de activiteiten alleen voor kinderen.

Slide 10 - Quiz

Wie
Wat
Waar
Waarom
Wanneer
1.
2

3
4
5

Slide 11 - Question de remorquage

Stappenplan organiseren 
Stap 1: Brainstormen en keuzes maken
Stap 2: Activiteitenvoorbereiding
Stap 3: Planning en taakverdeling
Stap 4: Communicatie
Stap 5: Veiligheid
Stap 6: Draaiboek
Stap 7: Evaluatie 

Slide 12 - Diapositive

De rode draad bestaat uit de 5 W's
- Wie: Voor en door wie wordt het evenement georganiseerd (doelgroep)
- Wat: Wat kunnen de bezoekers verwachten van het evenement? (thema)
- Waar: Waar vindt het evenement plaats? (locatie)
- Waarom: Waarom organiseer je het evenement? (thema)
- Wanneer: Wanneer en hoe laat vindt het evenement plaats? (tijdsduur)

Je werkt dit onderdeel vaak uit in 'het plan van aanpak'

Slide 13 - Diapositive

Lees het voorbeeld. Hoe heet dit document?
Samen met haar klasgenoten is Merie bezig met de organisatie van een spelletjesmiddag voor een basisschool. Merie
heeft de leiding over de activiteit 'Jungleparcours' en gaat de activteit voorbereiden. Ze noteert wanneer de activiteit is,
hoe de activiteit in zijn werk gaat en wat ze er voor nodig heeft. Al deze informatie verwerkt ze in een document.
A
Draaiboek
B
Organisatie formulier
C
Activiteiten voorbereidingsformulier
D
Activiteitenblad

Slide 14 - Quiz

Lees het voorbeeld. Welk offline communicatiemiddel is hier het meest geschikt?
Pim organiseert de sportdag bij de sportclub en zoekt mensen die hem willen helpen op die dag.
A
Poster
B
Vlog
C
E-mail
D
Brief

Slide 15 - Quiz

Lees het voorbeeld. Hoe heet dit overzicht?
Faya is samen met haar moeder bezig met de voorbereidingen voor de buurtbarbecue. Ze heeft een lijst gemaakt van alles wat ze nodig hebben en wat dat kost om te kopen. Op die lijst zet ze ook hoeveel buurtbewoners er komen, want elke buurtbewoner die meedoet met de barbecue betaalt 5,00 per persoon
A
Een kostenlijst
B
Een begroting
C
Een budgetlijst
D
Een inkooplijst

Slide 16 - Quiz

Uitvoering evenement verloopt volgens een eenvoudig stappenplan
- Opbouwen: Klaarzetten materialen.
- Kick-off: Ontvangen van bezoekers/deelnemers.
- Het evenement en de activiteiten: Vermaak.
- Afbouwen: Opruimen en schoon achterlaten.
Evalueren: Terugkijken op hoe het is gegaan met alle personen die betrokken waren bij het evenement.

Slide 17 - Diapositive

Hoe heet het moment waarop je de gasten van je evenement
verwelkomt?
A
Welkom heten
B
De start
C
De Kick Off
D
Openingspraatje

Slide 18 - Quiz

Lees het voorbeeld. Hoe noem je deze laatste stap bij evenementen organisatie? Afgelopen vrijdag was het intro-feest van de eerstejaars van jouw school. Jullie hebben weken georganiseerd met jullie klas en het feest was een groot succes. Jullie docent roept jullie op maandag bij elkaar en vraagt hoe jullie terug kijken. Wat ging er goed in de organisatie? Wat zouden jullie de volgende keer (nog) beter kunnen doen?
A
Terug kijken
B
Afsluiten
C
Napraten
D
Evalueren

Slide 19 - Quiz

Einde herhalingsles
Let op: Deze informatie dekt niet volledig de toets.

- Leer uit je boek hoofdstuk 1 t/m 4. 
- Zorg ervoor dat je alle begrippen kent.

Tip: Doe de 'test jezelf' via uitgeversgroep 
per hoofdstuk ter voorbereiding. 

Slide 20 - Diapositive