VRIJE TIJD - LES 3

VRIJE TIJD 

LES 3

BLZ. 114

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je tas of in je jas

      

Inleiding

Na school, in het weekend en in de vakanties... 

Op deze momenten geniet jij waarschijnlijk van jouw vrije tijd. Wat zijn jouw hobby's? En wat vind je leuk om te doen in de vakantie?

Tijdens dit thema leer je om hier iets over te vertellen in het Engels. Handig als je kennismaakt met iemand die Engels spreekt! 

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• heb ik mijn woordkennis getest met een dictee.
• heb ik geoefend met ontkenning.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Quizlet

De afgelopen 2 lessen hebben jullie de woorden van dit thema al zelfstandig geoefend in Quizlet. Vandaag doen we dit in teams! 

Quizlet: https://quizlet.com/339313591/live?type=classic

Kijken & luisteren

DICTEE'TJE!

Kunnen jullie de woorden van dit thema goed vertalen?

We testen het op de wisbordjes!

• normally
• talk about
• too
• for example
• because
• that is why
• a lot faster
• rain
• smaller than
• of course

Vertaal het woord tussen haakjes.
(kijk), the sun!

Vertaal het woord tussen haakjes.
let's go (buiten).

Vertaal het woord tussen haakjes.
I like (spelen) the guitar.

Vertaal het woord tussen haakjes.
His new car is (veel sneller) than mine.

Vertaal het woord tussen haakjes.
No this phone is (niet hetzelfde als) your phone.

Vertaal het woord tussen haakjes.
This shoes are much (fijner) and look better.

Je vriend wil graag buiten op het terras zitten, maar jij vindt het nog niet warm genoeg. Wat zeg je?

1. I like that.
2. I would like to talk about something different.
3. It's too cold.
4. Oh, I have to go.

Je oom praat altijd over auto's. Jij vindt dat niet zo interessant. Wat zeg je?

1. I like that.
2. I would like to talk about something different.
3. It's too cold.
4. Oh, I have to go.

Een vriend stelt voor om naar het strand te gaan. Jij vindt dat een goed idee. Wat zeg je?

1. I like that.
2. I would like to talk about something different.
3. It's too cold.
4. Oh, I have to go.

Je bent met vrienden aan het voetballen. Dan roept je broer dat je moet eten. Wat zeg je?

1. I like that.
2. I would like to talk about something different.
3. It's too cold.
4. Oh, I have to go.

Repeat!

Zeg de zinnen van het uitdrukkingenblok na. 

Maak de zin ontkennend (dus met not!)

Maak de zin ontkennend (dus met not!)

Maak de zin ontkennend (dus met not!)

Schrijven

Pak je wisbordje.

Je hoort zo een aantal Engelse woorden.

Schrijf deze woorden op.

Klaar?

Wissel met je buurman/buurvrouw van wisbordje.

Kijk het werk na met behulp van de antwoorden van de docent.

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Hoeveel antwoorden had je goed?

08

BEGRIPPEN UIT DEZE LES

often

talk about

normally

outside

on the football field

the same

snow

rain

sometimes

playing

too

not safe

inside

look

of course

not the same as

because

sports hall

smaller than

that is why

players

game

a lot faster

for example

floor

nicer

Klik op de spinner

Formatief evalueren

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

010

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?

010