5H Beco H34

Opgave 32.2
Inkoopwaarde = ...
A
500 x 2,60
B
200 x 2,60 + 300 x 2,64
C
300 x 2,69 + 200 x 2,60
D
500 x 2,69
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Opgave 32.2
Inkoopwaarde = ...
A
500 x 2,60
B
200 x 2,60 + 300 x 2,64
C
300 x 2,69 + 200 x 2,60
D
500 x 2,69

Slide 1 - Quiz

33.2
De kostprijs van de omzet =
A
65.700 + 64.980
B
65.700 + 64.980 + 7.500
C
65.700 + 64.980 + 7.500 + 9.675
D
65.700 + 64.980 + 7.500 + 9.675 + 28.200

Slide 2 - Quiz

5H Beco H34

Slide 3 - Diapositive

Opdracht liquiditeitskengetallen

Slide 4 - Diapositive

Opdracht liquiditeitskengetallen
I: Ja, Kas + Bank + Debiteuren > 35.000

II: Ja, Kas + Bank + Debiteuren + Voorraad > 45.000

III: Nee, Kas + Bank + Debiteuren + Voorraad < 55.000

Slide 5 - Diapositive

Liquiditeit
Liquiditeit is de mate waarin een onderneming in staat is om de schulden op korte termijn te voldoen

Faillissement bij niet kunnen voldoen aan betalingsverplichting

Voorraad en Debiteuren kunnen over het algemeen snel omgezet worden in betaalmiddelen

Slide 6 - Diapositive

Liquiditeit
                                 Vlottende activa + Liquide middelen
Current Ratio = ---------------------------------------
           Kort Vreemd Vermogen

Vuistregel:
CR > 2 is voldoende
( afhankelijk van soort onderneming )

Slide 7 - Diapositive

Liquiditeit
Berekening CR kwetsbaar bij moeilijk te verkopen voorraad

                    Vlottende Activa excl. Voorraad + Liquide Middelen
Quick Ratio = -------------------------------------------------------
            Kort Vreemd Vermogen

Vuistregel: QR > 1 is voldoende ( afh. van soort onderneming )

Slide 8 - Diapositive

Liquiditeit
In de praktijk heeft een bedrijf voor een normale bedrijfsvoering altijd een bepaalde grootte van de voorraad nodig: IJzeren voorraad

Ook zal er altijd een bepaald bedrag aan debiteuren open staan: Debiteurenkern

Slide 9 - Diapositive

Liquiditeit
                 Vlott act - IJz.voorr. - Deb.kern + Liq. midd
Current Ratio = ----------------------------------------------------
           Kort Vreemd Vermogen

       Vlott Act excl. Voorr - Deb.kern + Liq. midd
Quick Ratio = -------------------------------------------------------
            Kort Vreemd Vermogen

Slide 10 - Diapositive

Liquiditeit
Nadelen liquiditeit meten op basis van kengetallen aan de hand van de balans, zoals Current Ratio en Quick Ratio:

- momentopname
- kunnen enorm schommelen
- zijn te manipuleren

Slide 11 - Diapositive

Opdracht Current Ratio

Slide 12 - Diapositive

Opdracht Current Ratio
1> 393.000 / 203.000 = 1,9
2> gelijk blijft, VLA, LM en KVV veranderen niet
393.000 / 203.000 = 1,9
3> stijgt, want KVV daalt
393.000 / 71.000 = 5,5
4> stijgt, noemer daalt relatief sterker dan teller
261.000 / 71.000 = 3,7



 

Slide 13 - Diapositive

Hw.
Opgaven 34.1 en 34.5

Slide 14 - Diapositive