Het slavernijverleden van Nederland

Het slavernijverleden van Nederland
Ges in bovenbouw
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het slavernijverleden van Nederland
Ges in bovenbouw

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Geschiedenis in de bovenbouw
-Actualiteit 
-Uitleg slavernijverleden 
-Aan de slag!
-Afronding

Slide 2 - Diapositive

Programma (docentversie)
Geschiedenis in de bovenbouw (5 min)
Actualiteit (5 min)
Uitleg slavernijverleden (10 min)
Filmpje (5 min)
Tekst + argumenten eruit halen (15 min)
Eigen oordeel vellen en bespreken (10 min)

Slide 3 - Diapositive

Waarom zou je
geschiedenis kiezen?

Slide 4 - Carte mentale

Waarom geschiedenis? 
-Helpt je heden beter te begrijpen, inzicht huidige maatschappij
-Spannende en mooie verhalen
-Je leert vaardigheden als goed lezen, schrijven, verbanden zien, kritisch nadenken, teksten beoordelen, genuanceerd formuleren
-Ontwikkelt je empathie, voor mensen in andere tijden en in andere culturen

Slide 5 - Diapositive

Verwachtingen ges
in bovenbouw

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Actualiteit

Slide 9 - Diapositive

Actualiteit

Slide 10 - Diapositive

Actualiteit

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Waarom was Nederland altijd voorzichtig met excuses?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Hoe nam Nederland deel aan wereldwijde systeem van slavernij?

Slide 15 - Question ouverte

Europa
Afrika
Amerika
Sleep de producten naar het juiste werelddeel binnen de driehoekshandel
Drank
Sierraden
Geweren
Tot slaafgemaakten
Suiker
Katoen
Koffie
Cacao

Slide 16 - Question de remorquage

12 miljoen mensen verscheept tussen 15e en 19e eeuw

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slavernij op plantages
  • Grote slavenmarkt  op Curacao.
  • Vanuit hier werden slaven geveild, gebrandmerkt en te werk gesteld op plantages in Suriname en Curacao.
  • Veel slaven gingen direct naar plantages in Noord Amerika.

Slide 19 - Diapositive

De plantages van Suriname
-De Engelsen begonnen met plantagekoloniën in Suriname. Suriname bood ideale omstandigheden voor het verbouwen van rietsuiker.
-Native Americans waren niet geschikt voor werk op de plantage. 
-Deze slaven werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel). 

Slide 20 - Diapositive

De plantages van Suriname
-Ongeveer 270.000 mensen in een schip,
240.000 komen aan
-Tot 1828 waren tot slaafgemaakten
 voorwerpen volgens de wet, daarna gelijkgesteld met kinderen
-In 1862 nog 70% van de koloniale samenleving slaven
-In 1863 slavernij afgeschaft 

Slide 21 - Diapositive

Waarom werd slavernij afgeschaft?

Slide 22 - Question ouverte

Abolitionisme

  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'
  • Abolitionisten willen slavernij afschaffen
  • Het past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig, of het christendom: mensen moeten voor elkaar zorgen
  • Afschaffing GB: 1833
  • Afschaffing NL: 1863








John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen. 

Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.

In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
Zijn de excuses terecht?

Iedereen leest een mening van een andere expert.

https://www.trouw.nl/binnenland/vijf-experts-over-de-zin-en-onzin-van-excuses-voor-de-slavernij~b2a14fcc/ 

Slide 24 - Diapositive

Wat is de mening van jouw expert?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is jouw eigen mening: zijn de excuses terecht?

Slide 26 - Question ouverte