Grammatica - Synoniemen, lidwoorden, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord

Nederlands
1Y
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
1Y

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Leerdoelen
- Huiswerk bespreken
- Herhaling: synoniemen
- Oefenen
- Uitleg: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord
- Oefenen
- Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet wat 'synoniemen' zijn.

- Je kunt voor verschillende woorden een synoniem bedenken.

- Je weet wat het verschil is tussen zinsdelen en woordsoorten.
- Je kent de volgende woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord.

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Maken van hoofdstuk 4 grammatica:
Onderdeel 4.3: deel 2 en de voortgangstoets

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn 'synoniemen'?

Slide 5 - Carte mentale

Synoniemen
- Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen, maar met een ander woord worden benoemd / aangeduid.
- Woorden die los van elkaar zijn ontstaan (door invloeden van landen en/of regio's).
- De woorden komen uiteindelijk elkaar tegen en blijken dezelfde betekenis te hebben (ook veel bij leenwoorden).
Hollen - rennen, vriendelijk - aardig.

Slide 6 - Diapositive

Synoniemen
Oefenen

Slide 7 - Diapositive

Redekundig en taalkundig
Tot nu toe hebben we steeds zinsdelen benoemd.

Zinsdelen kunnen bestaan uit één woord, maar ook uit meerdere woorden.
Dit noemen we redekundig ontleden.

Naast redekundig ontleden, hebben we ook taalkundig ontleden.
Bij taalkundig ontleden geven we elk los woord een naam.

Slide 8 - Diapositive

Taalkundig ontleden
Vanaf nu gaan we het hebben over taalkundig ontleden.
We zullen dan ook elk woord apart benoemen.
Dit noemen we woordsoorten.

Deze les gaan we het over de volgende drie woordsoorten hebben:
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Diapositive

Lidwoorden
- Drie vaste woorden: de, het, een.
- Staan vaak voor een zelfstandig naamwoord.
- De en het zijn bepaalde lidwoorden --> ze geven aan om welk zelfstandig naamwoord het gaat.
- Een is een onbepaald lidwoord --> het is niet duidelijk om wat voor zelfstandig naamwoord het gaat.
Het meisje - een meisje. De jongen - een jongen.

Slide 10 - Diapositive

Kinderen in Nieuw-Zeeland krijgen er vanaf 2022 een feestdag bij. De dag heet Matariki. En er is nog meer goed nieuws: het hele land heeft die dag vrij!
Matariki is altijd de dag geweest waarop de Maori het nieuwjaar vieren. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners van het land.
De feestdag zal niet elk jaar op dezelfde dag gevierd worden. Het hangt namelijk af van het moment waarop een groep sterren verschijnt. Meestal gebeurt dit eind juni of begin juli.

Slide 11 - Carte mentale

Zelfstandig naamwoord
- Woorden waar je een zelfstandig naamwoord voor kunt zetten.
- Dit kunnen mensen, dieren, dingen, etc. zijn.
- Let op: eigennamen doen ook mee --> Tessa, Spanje, de Maas.

- Veel zelfstandige naamwoorden kun je in het meervoud zetten. 
Meisje - meisjes, pet - petten, hond - honden.

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
- Er zijn wel een aantal uitzonderingen, want...:
1. Sommige woorden hebben geen meervoud:
geluk, rommel, hout, melk.
2. Sommige woorden hebben geen enkelvoud:
hersenen, notulen

Deze woorden horen wel bij de zelfstandige naamwoorden.

Slide 13 - Diapositive

Kinderen in Nieuw-Zeeland krijgen er vanaf 2022 een feestdag bij. De dag heet Matariki. En er is nog meer goed nieuws: het hele land heeft die dag vrij!
Matariki is altijd de dag geweest waarop de Maori het nieuwjaar vieren. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners van het land.
De feestdag zal niet elk jaar op dezelfde dag gevierd worden. Het hangt namelijk af van het moment waarop een groep sterren verschijnt. Meestal gebeurt dit eind juni of begin juli.

Slide 14 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord
- Noemen een kenmerk of eigenschap over een zelfstandig naamwoord.
- Indien er een bijvoeglijk naamwoord aanwezig is, zien we de volgorde: 
lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord.
Dit is vaak zelfs een zinsdeel bij redekundig ontleden.

Slide 15 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
- Soms staat een bijvoeglijk naamwoord los en dus niet voor een zelfstandig naamwoord.
Mijn buurmeisje is aardig.
Deze Nederlands les is saai.

Je ziet dat in bovenstaande zinnen ook een kenmerk of eigenschap wordt genoemd, maar dat deze niet voor het zelfstandig naamwoord staat. Alsnog rekenen we de dikgedrukte woorden wel mee binnen de bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 16 - Diapositive

Kinderen in Nieuw-Zeeland krijgen er vanaf 2022 een feestdag bij. De dag heet Matariki. En er is nog meer goed nieuws: het hele land heeft die dag vrij!
Matariki is altijd de dag geweest waarop de Maori het nieuwjaar vieren. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners van het land.
De feestdag zal niet elk jaar op dezelfde dag gevierd worden. Het hangt namelijk af van het moment waarop een groep sterren verschijnt. Meestal gebeurt dit eind juni of begin juli.

Slide 17 - Carte mentale

Aan de slag
Pak je agenda erbij
Huiswerk voor woensdag 16 februari:
Maken van hoofdstuk 4 grammatica
Onderdeel 4.4: inleiding + deel 1.

Toets grammatica hoofdstuk 4: 4.1 t/m 4.4
= woensdag 23 februari

Slide 18 - Diapositive