Theorie Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofstuk 1 middeleeuwen

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Terugblik
Verwerkingsopdracht tweede gelezen boek
Vooruitblik periode 3
Literatuurgeschiedenis
Lezen in Karel ende Elegast 
Lesdoelen:
Je weet welke kenmerken de middeleeuwse  literatuur heeft
Je weet het verschil tussen Hoofse romans en Frankische oftewel Karel romans

Slide 2 - Diapositive

Literaire mindmap, zie de opdracht in de classroom.
verwerkingsopdracht periode 2
In het midden van de literaire mindmap staat de titel van het boek, plus een tekening die het boek typeert.
Vanuit dat midden ontspringen acht takken. Elk van die takken heeft een andere kleur.
De takken behandelen de volgende onderwerpen:
1. Plottak (op 12 uur)
2. Personages (op 1 uur)
3. Perspectief (op 3 uur)
4. Tijd (op 4 uur)
5. Ruimte (op 5 uur)
6. Eigen invulling (op 7 uur)
7. Eigen invulling (op 9 uur)
8. Thema (op 11 uur)

De takken worden gevuld met steekwoorden en tekeningetjes. De takken kunnen zelf ook weer vertakken.
Het formaat van de literaire mindmap is A3, zodat er genoeg ruimte is voor alle vertakkingen en tekeningen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Vooruitblik periode 3
  • Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen en Renaissance 
  • Lezen bulkboek: Karel ende Elegast en Warenar
  • Toets literatuurgeschiedenis in toetsweek 3
  • Mondeling debat 

Slide 5 - Diapositive

Karel ende Elegast

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Welke standen in de maatschappij waren belangrijk tijdens de periode van Keizer Karel de Grote?

Slide 8 - Question ouverte

Tot welk genre behoort 'Van den Vos Reynaerde'?
A
fabel
B
dierenepos
C
ridderroman
D
Marialegende

Slide 9 - Quiz

Middeleeuwen
  • Feodale stelsel/leenstelsel
  • Leenheer / leenman
  • In de literatuur: trouw en ontrouw in het feodale   stelsel
De koning de 'leenheer', gaf delen van het rijk in leen aan leden van de adel, de 'leenmannen' of 'vazallen'. Deze bestuurden het gebied in zijn naam en mochten de opbrengsten houden. Als tegenprestatie beloofden ze hem trouw en hielpen hem het rijk verdedigen.

Slide 10 - Diapositive

Standenmaatschappij
  • Geestelijke macht: priesters
  • In de literatuur: heiligenlevens
  • Wereldlijke macht: adel
  • In de literatuur: ridderromans
  • Later bij de opkomst van de steden: burgers
  • In de literatuur: didactisch
  • Boeren en arbeiders horen bij geen enkele stand


Slide 11 - Diapositive

Literatuur en taal
  • Theocentrisch
  • Luisterliteratuur en middelnederlands
  • Troubadours/jongleurs/minstrelen
  • Rijm
  • Handschrift of codex
  • Wiegendrukken of incunabelen

Het materiaal waarop de tekst is neergeschreven, heet de drager. In het geval van handschriften is dit voornamelijk papyrus, dierenhuid (waarvan perkament gemaakt werd) of papier. Handschriften bestaan in verschillende formaten: boek (codex), rol of ook losse vellen.
Middelnederlands: zo noemen we het Nederlands uit de periode van 1200 tot 1500. Driehonderd jaar is een lange tijd, en het oudste Middelnederlands uit de 13de eeuw ziet er dan ook een beetje anders uit dan het late Middelnederlands van de 15de eeuw. Maar belangrijker is dat er in die tijd eigenlijk alleen maar dialecten bestonden, een overkoepelende standaardtaal is pas veel later ontstaan.
Eerste of vroegste drukken na de uitvinding der boekdrukkunst.

Slide 12 - Diapositive

Literatuur en taal
  • Anoniem en met naam: functie van literatuur
  • Diets: overkoepelende term voor allerlei   dialecten
  • Middelnederlands

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Frankische of Karelromans
Hoofdrol voor Karel de Grote
Oorsprong Noord-Frankrijk
Historische achtergrond
VB: Karel ende Elegast
VB: Het Roelantslied
Thema's: trouw en ontrouw in het feodale stelsel / moed / eer / geloof 
Ridder is vooral vechtersbaas

Slide 15 - Diapositive

Hoofse romans
Hoofdrol voor Koning Arthur
Oorsprong Noord-Frankrijk
Geen historische achtergrond
VB: Walewein
Thema's: helpen van verdrukten; jonkvrouwen in nood
Ridder is hulpvaardig; rechtvaardig en hoffelijk

Slide 16 - Diapositive

Karelromans
Hoofdrol: Karel de Grote
heeft bestaan; is actief; vecht zelf mee
Thema: trouw/moed/eer
Oorsprong: Noord-Frankrijk
Publiek: adel en ridders in opleiding
Hoofse romans
Hoofdrol: Koning Arthur
Fictief; ronde tafel; laat ridders vechten
Thema: hoofsheid
Oorsprong: Noord-Frankrijk
Publiek: adel en ridders in opleiding

Slide 17 - Diapositive

Verschil in hiërarchie. Dit zie je terug in de rollen van de personages
Een queeste met avonturen
Karel ende Elegast
Morele lessen over hoe je moet leven
Van den Vos Reynaerde
Beatrijs
Exempelen om te laten zien hoe de mens goed (gelovig) kan leven en het slechte kan vermijden

Slide 18 - Question de remorquage

Hoofsheid
Hoofsheid is aanbevolen gedragscode voor ridders

Slide 19 - Diapositive

Wat betekent 'Hoofsheid'
timer
1:00

Slide 20 - Question ouverte

Waarom is Jacob van Maerlant zo boos over het boek Karel ende Elegast?
Waarom is Jan van Boendale zo boos over het boek Karel ende Elegast?
Waarin verschilt keizer Karel en koning Arthur?


Karel is behalve leenheer ook leenman. Van wie?
Waaraan kun je zien dat de maatschappij theocentrisch gericht is?

Van vechterbazen tot hoofse liefde
Bekijk de film en geef antwoord op de volgende vragen:

  • Waarom is Jacob van Maerlant zo boos over het boek     Karel ende Elegast?
  • Waarom is Jan van Boendale zo boos over het boek   Karel ende Elegast?
  • Waarin verschilt keizer Karel en koning Arthur?
  • Karel is behalve leenheer ook leenman. Van wie?
  • Waaraan kun je zien dat de maatschappij theocentrisch gericht is?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen

Slide 23 - Diapositive

Karel ende Elegast
  • Lees de komende 14 dagen het boek uit. Dit doe je thuis en in de klas.
  • Huiswerk woensdag 31 januari: bestudeer de theorie van paragraaf 4 en 5 en maken vragen Dautzenberg, zie classroom opgave 3.2.
  • Werk aan je literaire mindmap.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Wat is er gebeurd in 'Karel ende Elegast' vanaf het verlaten van Karel uit het kasteel tot nu toe?

Slide 26 - Question ouverte

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
Karel ende Elegast start lezen vanaf blz.23

Slide 27 - Diapositive

Terugblik bestudeerde literatuur paragrafen 4 en 5

Slide 28 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van een ridderroman?

Slide 29 - Question ouverte

Welk van deze kenmerken is niet van toepassing op de voorhoofse ridderroman/ Frankische roman?
A
Eer en trouw aan leenheer en God
B
Heftige duels waarin veel bloed vloeit
C
De omgangsvormen zijn zeer verfijnd
D
De vrouw speelt een ondergeschikte rol

Slide 30 - Quiz

Wat was het doel van Van den vos Reynaerde? (dierenverhaal)
A
De kerk kritisch een spiegel voorhouden
B
Arme mensen bekritiseren
C
Rijke mensen bekritiseren
D
De standenmaatschappij bekritiseren

Slide 31 - Quiz

Waarom is het bijzonder dat we de auteur van Van den vos Reynaerde weten?
A
Een auteur was een instrument van God
B
Auteurs zetten meestal niet hun naam onder hun tekst.
C
Van de meeste middeleeuwse teksten is de naam niet meer te lezen.
D
Auteurs beschouwden zichzelf niet als eigenaar van de tekst.

Slide 32 - Quiz

Tot welk genre behoort Van den vos Reynaerde?
A
Satire
B
Parodie
C
Fabel
D
Sprookje

Slide 33 - Quiz

Paragraaf 6 en 7
Dautzenberg
Lesdoelen:
Je kent de  kenmerken van de ballade en de elegie.
Je kunt aan het eind van de les vertellen over het middeleeuwse toneel.

Slide 34 - Diapositive

Het lied in de middeleeuwen
  • Mondeling overgeleverd
  • Ballade = danslied
  • kenmerk: sprongsgewijs verteld
  • kenmerk: dialogen
  • kenmerk: herhalingen
  • Elegie = klaaglied naar aanleiding van de dood van een geliefd persoon
  • kenmerk: gevoelens van smart en wanhoop
  • Liederen waren vorm van vermaak waar men samen op kon dansen of naar luisteren.
Ballade
Komt van het Italiaanse ballata=danslied)
Alles wat bijzaak is of vanzelf spreekt wordt overgeslagen.
De beschrijving van de gebeurtenis wordt afgewisseld met dialogen en er zitten tal van herhalingen in. De sfeer is bijna altijd ernstig of somber.
Elegie
In engere zin is het een lyrisch gedicht n.a.v. de dood van een geliefd persoon. In ruimere zin is het een gedicht waarin gevoelens van smart en wanhoop worden uitgesproken.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Welke kenmerken van de ballade zag je in dit lied terug?

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Vidéo

Het middeleeuwse toneel
  • Bloeiende toneelcultuur Grieken en Romeinen in ME verdwenen. In ME weer bloei
  • Eerst kerkelijke stukken/later wereldlijke stukken
  • Doel: goedheid van Maria laten zien (geestelijke literatuur)
  • Doel: bevolking een spiegel voorhouden
  • Voorbeeld: Beatrijs/Mariken van Nieumeghen

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

De hoofse roman blz. 27
Ridder is hoffelijk en hulpvaardig
1. Klassieke roman: verhalen uit de klassieke oudheid verwerkt in middeleeuwse verhalen
2. Oosterse roman: andere culturen omgevormd naar middeleeuwse cultuur in middeleeuwse verhalen
3. Keltische roman: verhalen uit oude Keltische cultuur gebruikt in middeleeuwse verhalen: Arthurromans

Slide 41 - Diapositive

Wat weet ik al?
Vertel in 3 minuten aan je buurman/buurvrouw wat je tot nu toe weet over de middeleeuwen. Je buurman/buurvrouw vult aan...
timer
3:00

Slide 42 - Diapositive

Aan de slag:
Je werkt aan je literaire mindmap (inleveren 12 februari)
Je leest Karel ende Elegast ( uitgelezen 14 februari)
Maak de vragen uit Dautzenberg (classroom): 5, 6.1, 6.2 en de tussentoets 4-7 (af 5 februari)

Slide 43 - Diapositive

Wanneer is je literaire mindmap af?
De literaire mindmap neem je 12 februari mee naar de les.
 In deze les presenteer je in viertallen de mindmaps aan elkaar.
Deze verwerkingsopdracht heb je nodig voor je literaire presentatie in periode 4  (cijfer)

Slide 44 - Diapositive