Herhaling H1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Herhalen via LessonUp

- Telefoon op tafel.

- Normale namen.

- Je doet serieus mee.

 - Je doet de hele les mee.

Paragraaf 1.1

Je hebt basisbehoeften en overige behoeften. Een manier om in je behoeften te voorzien is door het kopen van goederen. Dit noem je consumeren. Met geld en tijd kun je in je behoeften voorzien. Alles waarmee je in je behoeften kunt voorzien, noem je middelen. Als je niet genoeg middelen hebt om in je behoeften te voorzien, spreken we van schaarste.

Daarom moet je prioriteiten stellen. Je kunt je ook zelf in je behoeften voorzien. Dit noem je zelfvoorziening. 

Vroeger ruilden mensen spullen voor spullen. Dit noem je directe ruil. Spullen ruilen voor geld noem je indirecte ruil. 

Een vakantiehuis is een voorbeeld van een basisbehoeften.

1. Juist
2. Onjuist

Leg het verschil uit tussen basisbehoeften en overige behoeften.

Zelfvoorziening houdt in dat je zelf in je behoeften kunt voorzien. Een voorbeeld hiervan is het nemen van zonnepanelen .

1. Juist
2. Onjuist

Leg uit wat economen bedoelen met het begrip 'schaarste'.

Paragraaf 1.2

De manier waarop jij jouw geld uitgeeft noem je koopgedrag. Via sociale en commerciële beinvloeding kan hier invloed op worden uitgeoefend. Alles wat bedrijven doen om meer te verkopen, noem je marketing. Dit doen ze via de 6 P's.  Via reclame kan een bedrijf hun product/boodschap onder de aandacht brengen. We maken onderscheid tussen ideële reclame en commerciële reclame. Binnen commerciële reclame maken we onderscheid tussen informatieve- en merkreclame. Een doelgroep is een groep consumenten waarvoor het product is bedoeld. 

Leg uit wat het verschil is tussen sociale- en commerciële beïnvloeding.

Zoek een voorbeeld van 'ideële' reclame.

Siebe koopt een nieuwe Stone Island trui voor
€ 180. Hij krijgt vanwege een actie 19% korting. Bereken de nieuwe prijs die Siebe moet betalen.

1. 140,80
2. 142,30
3. 144,70
4. 145,80

In klas 3Bb zitten 14 leerlingen. De klas bestaat uit 10 meisjes en 4 jongens.

Hoeveel procent van klas 3Bb bestaat uit meisjes?

1. 73,33%
2. 71,42%
3. 75,66%
4. 85,33%

Maken

- Oefenopgaven paragraaf 1.1 en 1.2 (bladzijde 28 en 29)

- Dit is huiswerk en ga ik controleren.

- Niet af = 08:00 melden