WV Les 4

• Muziek
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Muziek

Hoe kun je muziek het best "voelen"?

Je kunt op allerlei maniere muziek maken en "voelbaar" maken.

Voor deze week gaan we aan de slag met een van de muzikale bouwstenen: Ritme (of toonduur).

Je gaat er niet teveel over lezen, maar je gaat vooral ervaren (door te zien, na te doen) en zelf componeren (een ritmische compostitie in groepjes van 4 maken).

Even proberen!

Op de volgende slide zie je een filmpje waar je ritmes kunt meeklappen. Het begint heel simpel en wordt steeds moeilijker.

Een beetje opwarmen!

Welke woorden passen er volgens jou bij de muzikale bouwsteen RITME?

Instrumenten & klankkleur

Ritmes kun je natuurlijk spelen op instrumenten zoals een drumstel, conga's, cowbell of triangel. Welke instrumenten mooi bij elkaar klinken, is de klankkleur.

 Kijk even naar het volgende filmpje.

Klankkleur

Het goed nadenken en bij elkaar zetten van instrumenten geeft een bepaalde klankkleur. Alleen maar ijzer, vel of hout is niet mooi. Een combinatie van ijzer, vel en hout geeft een mooie KLANKKLEUR. Ritmisch spelen kan op elk ding. Kijk maar!

Welke thuisinstrumenten zou je kunnen gebruiken?

Klankkleur (samen)

Spreek binnen je eigen groepje af welke "instrumenten" jullie gaan inzetten. Let hierbij op het materiaal waar het "instrument" van gemaakt is, zodat er een mooi klankkleur ontstaat.

Maak je eigen ritme (zelf)

Je ritme moet 8 tellen duren. Maak een ritme dat je ook echt kunt uitvoeren en kunt volhouden.

Weekopdracht: Maak een ritmische compositie met je groepje. 

Je werkt samen met 3 klasgenoten. 

1. Ieder lid van het groepje maakt een EIGEN ritme van 8 tellen. Zorg dat het allemaal verschillende ritmes zijn.

2. Oefen je ritme zelfstandig. Zorg dat je het 4x8 tellen zonder fout kunt volhouden.

3. Leerling 1 neemt het ritme op (4x 8 tellen). En stuurt dit door naar leerling 2.

4. Leerling 2 speelt het 1e ritme af en neemt zijn eigen ritme op, zodat je 2 ritmes over elkaar heen krijgt.

5. En zo ga je verder totdat iedereen van het groepje opgenomen is.

Resultaat

1. Elk groepje heeft dus een aantal verschillende ritmes 

(afhankelijk van het aantal leden van het groepje)

2. Uiteindelijk staan alle losse ritmes "onder elkaar" door steeds tijdens het afspelen van een vorig ritme, een nieuw ritme eroverheen op te nemen.

3. Insturen van het filmpje via It's Learning.