Week 6 - les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Le programme:

* Vocabulaire A

* Au travail: ex. 5, 6 et 7

* Discuter D-toets

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.

* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.

Le programme:

* Vocabulaire A

* Au travail: ex. 6 et 7

* Opdr. B

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.

* Je herkent zinnen uit de verleden tijd.

Vocabulaire A (p. 40)

* Lire à haute voix les mots français

Attention!

les parents = m mv (mannelijk meervoud) 

Regelmatige werkwoorden op er: donner, danser, chanter, parler, demander, regarder

Vervoegen? ER eraf halen, daarna juiste uitgang erachter

Traduisez:

1. de broer is niet leuk

2. een nicht

3. ik zing

4. jij praat

5. wij kijken

6. de ouders vragen

7. de mobiele telefoon is te gek

Corrigez:

1. de broer is niet leuk = le frère est nul

2. een nicht = une cousine

3. ik zing = je chante

4. jij praat = tu parles

5. wij kijken = nous regardons / on regarde

6. de ouders vragen = les parents demandent

7. de mobiele telefoon is te gek = le portable est trop bien

Le programme:

* Vocabulaire A

* Au travail: ex. 6 et 7

* Opdr. B

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.

* Je kan zinnen uit het verleden herkennen.

Au travail!

* Faites ex. 5abc, 6ab et 7 (p. 14/15)

* Temps: 8 minutes

* Prêt? Apprenez voca A

5a: kruis de 3 onderwerpen aan die in de tekst te vinden zijn.

5bc: onderstreep in elke zin de fout, en verbeter die op de lijntjes.

6a: zoek het juiste woord en vertaal die

6b: zoek het woord dat er niet bij hoort en zeg waarom

7a: zoek de antwoorden op de vragen in de tekst (in het Frans)

7b: vul het gesprek in, haal Franse zinnen uit ex. 7a

Ex. 5

Ex. 5a: B, D, E

Ex. 5bc: 

1. se téléphonent = ze zijn bij Jules

2. n'a pas aimé = super

3. ses copains = alleen familie

4. n'a pas eu = heeft het wel gekregen                    6. va = gaat niet

5. cassé = weg                                                                     7. Lyon = België 

Le programme:

* Vocabulaire A

* Au travail: ex. 6 et 7

* Opdr. B

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.

* Je kan zinnen uit het verleden herkennen.

Maak aantekeningen

Kijk nu het filmpje over de 'passé composé'

Maak aantekeningen in je schrift

Traduis:
jullie hebben gepraat

Traduis:
hij heeft gevonden

We gaan hier nog meer mee oefenen in de volgende lessen!

Le programme:

* Vocabulaire A

* Au travail: ex. 6 et 7

* Discuter D-toets

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de woorden van bloc A gebruiken in zinnen.

* kan je aangeven wat goed en minder goed ging bij de D-toets.

La fin

Les devoirs

Faire: Opdr A+B af
Slim stampen A+B

Apprendre: bloc A +B