woordenschat , vandaal


Wat is een vandaal?

A
iemand die bewust spullen van een ander vernielt
B
iemand die spullen van een ander maakt
C
iemand die spullen van een ander verkoopt
D
iemand die nooit spullen van een ander vernielt
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon


Wat is een vandaal?

A
iemand die bewust spullen van een ander vernielt
B
iemand die spullen van een ander maakt
C
iemand die spullen van een ander verkoopt
D
iemand die nooit spullen van een ander vernielt

Slide 1 - Quiz

Welk woord
past hier
het beste bij?
A
gênant
B
voortdurend
C
toestemming
D
de campagne

Slide 2 - Quiz

Als je "ergens geen boodschap aan hebt", dan .....
A
dan vindt je het heel vervelend
B
dan boeit het je niets
C
dan ga je geen boodschappen doen
D
dan ga je ergens anders heen

Slide 3 - Quiz

ruim
sindsdien
voortdurend 
overbodig
de hele tijd
Iets meer dan
niet nodig
vanaf die tijd 

Slide 4 - Question de remorquage

Toestemming
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Welk woord
hoort bij deze
foto?
A
tijdens
B
de campagne
C
gênant
D
de vandaal

Slide 7 - Quiz

Welk woord past bij dit plaatje?
Sleep dit er heen.
enorm
aannemen
de toestemming

Slide 8 - Question de remorquage

Leg het volgende woord uit:
ENORM

Slide 9 - Question ouverte

Is de zin goed?

De docent neemt tijdens voor de les.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz