les 4,5 samenstelling lucht

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 3

Deze les

HH verbrandingen

Werken aan paragraaf 4,5

Extra uitleg paragraaf 4,5

(dichtheid en volume percentage)

Verder werken aan paragraaf 4,5

evt demo exp SO2

Een verbranding is een chemische reactie

1. Waar
2. Niet waar

Hiernaast zie je de verbrandingsfactoren.

Welke mist?

1. Ontbrandingstemperatuur
2. Warmte
3. Brandstof
4. Benzine

Wat mag je niet met water blussen?

1. Een stapel brandend textiel.
2. Een brand bij een benzinestation
3. Een brand in een schakelkast.
4. Een brand in een papiercontainer.

Zand is ook een blusmiddel. Welke verbrandingsvoorwaarde haal je weg, wanneer je zand als blusmiddel gebruikt?

1. Zuurstof
2. Ontbrandingstemperatuur
3. Brandstof

Welke producten ontstaat bij de volledige verbranding van

C​2​​H​6​​

1. CO​2​​
2. CO
3. CO​2​​+H​2​​O
4. C​2​​O+H​6​​O

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof

1. te veel
2. te weinig
3. geen
4. genoeg

Uitleg

2 soorten verbranding

- Volledig       = voldoende zuurstof aanwezig

- Onvolledig  = onvoldoende zuurstof aanwezig

Bij verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan:

- volledig      --> koolstofdioxide + water(damp) 

- onvolledig --> koolstofmono-oxide + water(damp)

Welke stof(fen) ontstaan er bij een verbranding?

1. ...zuurstof
2. ...oxide
3. metaal
4. warmte

Wat is de juiste reactieschema voor de verbranding van kalium?

1. kalium --> kaliumoxide
2. kalium + zuurstof --> kaliumoxide
3. kalium + zuurstof --> kaliumzuurstof
4. kaliumoxide --> kalium + zuurstof

Koolstofdioxide --> koolstofmono-oxide + zuurstof

Deze reactie is een:

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Geen verbranding
4. ontledings-reactie

Bij een volledige verbranding ontstaat roet.

1. waar
2. niet waar

Welke factoren zijn van belang voor een explosie (meerdere antw mogelijk)

1. voldoende zuurstof en temperatuur
2. perfecte mengverhouding en verdelingsgraad
3. soort brandbare stof
4. aanwezigheid katalysator

Uitleg

snelle verbrandings reactie

Zuurstof + brandstof in perfecte verhouding / massa verhouding.

Er wordt een gas gemaakt dat meer ruimte nodig heeft -->

Explosie

Zelf werken aan paragraaf 4,5

kennis nodig voor paragraaf 4,5

dichtheid

volume percentage

Wat is dichtheid?

Voorbeeld

Stel je vult drie dezelfde bekertjes met:
1. alcohol
2. kwik
3. water

Ieder bekertje zal dan een ander gewicht hebben terwijl je van iedere stof even veel hebt.

Let op! De dichtheid is een stofeigenschap.

dichtheid 

eenheid is g/cm³

ofwel g/mL

Stel je hebt een grote ballon gevuld met aardgas.
Dichtheid van aardgas is 0,833 mg/cm³
De ballon is 3000 mL. Hoeveel aardgas kun je dan verbranden?

De dichtheid =
Het volume =
Bereken de massa.

2,5​cm​3​​​​g​​

4cm​3​​

1. 4 : 2,5 = 1,6 g
2. 2,5 : 4 = 0,625 g
3. 2,5 x 4 = 10 g

Hoe bereken je een percentage?

algemene formule 

%

​geheel​​deel​​⋅100

voorbeeld 

Je hebt 800 mL lucht. Hiervan is slechts 120 mL zuurstof. 

Bereken het percentage zuurstof. 

​geheel​​deel​​⋅100

Je hebt 900 mL lucht na een volledige verbranding is er nog 756mL lucht over. Hoeveel % zuurstof zat er in dit lucht mengsel?

1. 84%
2. 16%
3. 144%
4. 19%

verder werken aan paragraaf 4.5

verbranding van koolstof

Demo: verbranding van zwavel

Zwaveldioxide aantonen

Joodwater begint oranje/bruin en ontkleurt in aanraking met zwaveldioxide 

S(s)+O​2​​(g)−>SO​2​​(g)

Hoe kan ik water aantonen?

tot nog toe 3 aantoningsreacties

koolstofdioxide 

zwaveldioxide

water.

tot nog toe 3 aantoningsreacties

koolstofdioxide 

zwaveldioxide

water.

alle drie zijn verbrandingsproducten bij fossiele brandstoffen

huiswerk opg paragraaf 4.5

Wat is waar over onvolledige verbranding?

1. Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
2. Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
3. Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
4. Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet

Ethanol + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Geen verbranding

H₂ 0 en CO₂ komen vrij bij...

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Volledige- en Onvolledige verbranding
4. Bij beiden niet.