klas 1 bkgt Nikolaus 27-11-2023

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Herzlich Wilkommen!

Vergeet het niet....

Telefoon in de telefoontas

Leefafspraken

1. we luisteren naar elkaar en praten niet door elkaar heen.

2. jassen petten liggen in de kluis of hangen aan de kapstok

3. Bij binnenkomst in het lokaal stop je je telefoon in de telefoontas

4. Je hebt je spullen op orde en zit startklaar aan het begin van de les

5. We houden beneden pauze, daar mag je eten en drinken

Rückblick (terugblik)

Aufbau der Stunde

- Huiswerk overhoren, woorden NL-D van blz. 60

- Interactieve les Nikolaus

- afsluiten

Lernziele

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)  

• de woorden van de Lernliste op blz. 60 
  
• de verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en de Duitstalige landen
• een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.
  

Overhoren blz. 60

de broer

1. die Maus
2. der Opa
3. der Bruder
4. das Tier

de moeder

de grootouders

1. die Großeltern
2. die Geschwister
3. die Eltern
4. die Halbschwester

vertaal in het Duits: het gezin

1. die Mutter
2. die familie
3. die Familie
4. der Familie

de tante

erg houden van

de oma

de ouders

aardig

1. nett
2. machen
3. wichtig
4. auch

Sinterklaas / Nikolaus

Nikolaus und Knecht Ruprecht

• In den meisten Teilen (= delen) von Deutschland (Norden  und Mitte)
  
• Begleiter von dem Nikolaus
• Ruprecht hat eine Rute (=roe)
• Er ist schmutzig (=vuil) und trägt (= draagt) braun oder schwarz
• Er bestraft die Kinder, die nicht brav gewesen sind!
  

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over

Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

1. Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
2. Laat we stout en vervelend zijn.
3. Laten we gezellig en druk zijn.

Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?

1. Geschenkabend
2. Nikolausabend
3. Nikolausnacht

Wat is een "Teller"?

1. een telraam
2. een schoen
3. een bord

Wat weet je nog over de verschillende tradities?

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?

1. 4 december
2. 5 december
3. 6 december
4. 24 december

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................

1. schwarzer Piet
2. Samichlaus
3. Schmutzli
4. Knecht Ruprecht

Hoeveel Duitse "Sinterklaaswoorden"ken jij?

der Teller

Schokolade

Mandarinen

der Nikolaus

der Sack

die Rute

das Geschenk

der Dezember

Wat hebben Nikolaus en Ruprecht altijd bij zich?

1. cadeaus, chocolade, roe
2. cadeaus, roe, gouden boek
3. chocolade, roe, gouden boek
4. cadeaus, gouden boek, chocolade

Nikolaus und Krampus

• In der Alpenregion (= de Alpen) (Österreich+Süddeutschland)
• Krampus begleitet (=begeleidt) Nikolaus
• Sie machen Paraden (= optochten) durch die Straßen
• Eine dämonische Figur
• Kinder haben Angst vor dem Krampus (viele Eltern auch!)
  

KRAMPUS versus NIKOLAUS

Welke personen heeft Nikolaus bij zich?

1. Engeln, Krampusse
2. Engeln, Krampusse, Korbleger
3. Krampusse, Korbleger
4. Engeln, Krampusse, Weihnachtsmann

Waar wordt het pak van een Krampus van gemaakt?

1. Schapenvel
2. Nepbont
3. Koeienvel
4. Stof

Hoe zwaar weegt een pak?

1. 15 kilo
2. 45 kilo
3. 30 kilo
4. 60 kilo

Doen er bij een Krampuslauf verschillende groepen uit de omgeving mee?

1. ja
2. nee

Tschüß!

Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Abrunden

Huiswerk

leren: blz. 60+ blz. 61 helemaal 

Ist das Ziel erreicht?

                                           Is het doel bereikt??

Lernziele

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)  

• de woorden van de Lernliste op blz. 60 
  
• de verschillen kennen tussen Sinterklaas in Nederland en de Duitstalige landen
• een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.
  

Vorschau

SO woorden Kapitel 2

Das Ende 

Bis zum nächstes Mal!