W13 EN 1G1 U5 les3

• Engels
• Middelbare school

There's still a long road ahead of us..

Voor deze les heb ik een aantal doelen vastgesteld:
1. Aan het einde van deze les begrijp en beheers ik -> 5.3  Zou (niet) moeten: should/shouldn't.

2. Aan het einde van deze les begrijp en beheers ik -> 5.4: Veel: Much/many.

5.3: Zou (niet) moeten: should/shouldn't

Met 'should' geef je aan dat iets eigenlijk zou moeten.
Met 'shouldn't' geef je aan dat iets eigenlijk niet zou moeten. 

De vorm is heel simpel!
Should/shouldn't + hele werkwoord
Voorbeeld: You should drink more water!
Voorbeeld: I shouldn't waste my time like this.

5.3: Zou (niet) moeten: should/shouldn't

Je leert het beste door te oefenen!
Maak de volgende opdrachten:
Do Unit 5.2, exercises 11+13

5.4: Veel (much/many)

Zowel 'much' als 'many' geven aan dat er iets 'veel' is.
Alhoewel,  je hebt een kleine verschil tussen de twee.

Much: veel + enkelvoud (ontelbaar)
'Much' gebruik je wanneer het zelfstandignaamwoord ontelbaar is. 
Voorbeeld: Much time.
(Tijd kan je niet tellen, secondes, minuten en uren wel.)

5.4: Veel (much/many)

Many: veel + meervoud (telbaar)

'Many' gebruik je wanneer het zelfstandignaamwoord telbaar is.

Voorbeeld: Many boys.

(Je kan tellen hoeveel jongens er zijn in een groep.)

5.4 Veel (much/many)

Do Unit 5.2, exercise 14

ReadTheory

Log weer in op ReadTheory en ga verder met de leesteksten. 
Doe dit geconcentreerd voor 20 minuten lang (ik controleer hoeveel iedereen doet).

Information about the book presentations

Vorige week heb ik jullie al gemaild dat je alvast een boek zou kunnen gaan lezen voor Engels. Hier gaan je een presentatie over maken

Alvast een aantal belangrijke zaken over de presentaties:

• De presentaties mogen niet in groepjes, iedereen doet het alleen, want ieder zijn eigen boek.
• Ik wil dat je jouw titel aan mij doorgeeft op uiterlijk 26 maart via Magister Mail.

Meer informatie volgt nog!

What do you remember?

-->

Much or many?
_____ food

1. Much
2. Many

Much or many?
secrets

1. much
2. many

much or many?
postcards

1. much
2. many

Much or many?
_____ fun

1. Much
2. Many

LITTLE/FEW
..... water

1. few
2. little

Vertaal: een beetje

1. little
2. few
3. a little
4. a few

Vertaal: weinig (meervoud)

1. little
2. few
3. a little
4. a few

Vertaal: weinig (enkelvoud)

1. little
2. few
3. a little
4. a few

Vertaal: een paar

1. little
2. few
3. a little
4. a few

I have ______ money.

1. a few
2. few
3. a little
4. little

Are you coming? Yes, I'm just going to take ........................... more pictures.

1. A little
2. Little
3. A few
4. Few

I learn for my test .... hours a day.

1. few
2. little
3. a few
4. a little

Don't forget to read your book!

And Study Vocab 5.2 and Phrases 1-26