Week 25 les 1

Welkom CA1A! :)
Ga gauw zitten dan kan ik beginnen. IPAD IN DE TAS! Deze heb je niet nodig. 

Ik lees een stukje voor uit het boek
'Atlas' van Anna Woltz.

Hoofdpersonen: Sven en Parker
Denkvraag: Hoe weten we dat er iets aan de hand is 
met Parker? 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom CA1A! :)
Ga gauw zitten dan kan ik beginnen. IPAD IN DE TAS! Deze heb je niet nodig. 

Ik lees een stukje voor uit het boek
'Atlas' van Anna Woltz.

Hoofdpersonen: Sven en Parker
Denkvraag: Hoe weten we dat er iets aan de hand is 
met Parker? 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

- boekpromotie 'Alaska'

- herhaling grammatica woordsoorten: volgende week donderdag SO 27 juni 

- aan de slag met de weektaak 



Slide 2 - Diapositive




De eerste grammatica

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen deze les
1.8 
- ik kan de woordsoorten zelfstandig naamwoord, lidwoord en werkwoord benoemen

2.8 
- ik kan de woordsoorten bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel benoemen



Slide 4 - Diapositive

Uitleg: even opfrissen
Het is handig om mee te schrijven in je schrift of op een papiertje! ;)

Slide 5 - Diapositive

Weten jullie nog hoe het zit? 
De meeste mensen in ons land geven hun kind één of twee voornamen


Denk even voor jezelf na: "Welke woordsoorten zijn onderstreept...?"

opties: ww, lw, zn, bn



Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord


MEDIPLADINA


Slide 7 - Diapositive

Werkwoord
> drukt een handeling uit

iets wat je kunt 'doen'

Een werkwoord kun je aanpassen (vervoegen)




Slide 8 - Diapositive

Lidwoord

de, het (bepaald lidwoord)
een (onbepaald lidwoord)

Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord 
-> zegt iets over het zelfstandig naamwoord


De leuke klas
De rode auto 
Het mooie huis
Het houten hek

Slide 10 - Diapositive

Voorzetsels (aan het begin van het zinsdeel)

Kastwoorden:
in, op, uit, over, onder, naast, voor, achter, buiten

Vakantiewoorden: 
in, tijdens, vanwege, gedurende

Slide 11 - Diapositive

Werken aan de weektaak
Eerste tien minuten in stilte werken.
1.8 grammatica boek A blz. 52 t/m 55
Opdracht 1, 6, 7, 9 blz. 52

Klaar? 
2.8 grammatica boek A blz. 117 t/m 121
Opdracht 1 t/m 12 m. 





timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Spelletje
Wie is het?

Slide 13 - Diapositive