Klimaten en plantengroei

Welkom bij wereldplein
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom bij wereldplein

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Aan het einde van deze les weet je:
  •  Het verschil tussen de begrippen weer en klimaat.
  • Waardoor er verschillende klimaten zijn.
  • Welke 5 klimaatgebieden er zijn.
  • Welke 5 plantenzones er zijn en hoe dit er uit ziet. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij de foto?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Lien

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Slide 7 - Quiz


‘Het regent en er komt later mist.’
A
Weer
B
Klimaat

Slide 8 - Quiz

In Nederland is de gemiddelde temperatuur tussen 1920 en 2010 met 1,6 graad gestegen. Dit hoort bij:
A
Weer
B
Klimaat

Slide 9 - Quiz

'Spanje heeft zachte winters en zeer warme zomers. In de zomer valt er weinig neerslag'. Dit gaat over het ..... in Spanje.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 10 - Quiz

Weer en klimaat
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Korte termijn: weer
Lange termijn: klimaat

Slide 11 - Diapositive

Weer en Klimaat

Weer

  • De temperatuur, neerslag, zonneschijn, bewolking en wind op een plaats voor een korte periode

Neerslag

  • Regen, sneeuw, hagel en mist

Klimaat

  • Als je kijkt naar het weer in een groot gebied over een lange tijd

Klimaatgebieden

  • Er zijn op aarde 5 grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.

Slide 12 - Diapositive

Waarom zijn er verschillende klimaten?
  1. Verschil in breedteligging.

  2. Ligging dicht bij of ver van de zee.

  3. Verschil in hoogteligging.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Breedteligging

Slide 15 - Diapositive

Ligging bij zee
  • Zeewater warmt minder snel op dan land. 
  • Gebied in de zomer aan zee: koele lucht. 
  • Winter: zeewater warmer dan land. -> regen. 

Slide 16 - Diapositive

Hoogteligging = Hoe hoger hoe kouder

Slide 17 - Diapositive

klimaatgebieden

Slide 18 - Diapositive

De 5 klimaten
- tropisch klimaat
- Droog klimaat.
- Zeeklimaat.
- Landklimaat.
- Koud klimaat.

Slide 19 - Diapositive

Plantenzones
1. Tropisch Regenwoud
2. Steppe en woestijn,
3. Loofbos.
4. Naaldbos.
5. Toendra.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Tropisch klimaat.
Warm en veel neerslag

Tropisch regenwoud

Slide 22 - Diapositive

Droog klimaat
Warm en weinig neerslag.

Steppe en woestijn

Slide 23 - Diapositive

Zeeklimaat
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Slide 24 - Diapositive

Landklimaat
Warme zomers en koude winters
Naaldbos

Slide 25 - Diapositive

Koud klimaat
Het vriest hier het grootste deel van het jaar.
Toendra en ijs

Slide 26 - Diapositive

Plantenzones
  • Dicht bij de evenaar: Tropisch regenwoud.
  • Grasvlakte zonder bomen: Steppe
  • Geen, of weinig begroeiing: woestijn
  • Bos met bomen die blad verliezen: loofbos
  • Dennenbomen en sparrenbomen: naaldbos
  • Mos, struiken gras in koud klimaat: toendra

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
droog klimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 29 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Koud klimaat

Slide 30 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
landklimaat
D
Koud klimaat

Slide 31 - Quiz

5. Sleep de juiste kenmerken bij de volgende klimaten:
Zeeklimaat
Landklimaat
Milde zomers
Warme zomers
Milde winters
Vooral veel regen
Koude winters
Sneeuw in de winter

Slide 32 - Question de remorquage

Klimaat met weinig neerslag
Klimaat met zachte winters en koele zomers
Klimaat waar het vaak vriest
Klimaat met hoge temperaturen en veel neerslag
Klimaat met warme zomers en koude winters
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Koud klimaat

Slide 33 - Question de remorquage

Zet de plantenzones op de juiste plaats in de kaart.
Toendra
Tropisch regenwoud
Loofbos
Woestijn
Naaldbos
Steppe

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Diapositive

Invloed van de zee
Zomer: Zeewater wordt niet snel warm. Daarom is de zeewind in de zomer koel.

Winter: Zeewater is warmer dan het land. Zeewind brengt dan vocht naar het land = regen


Slide 36 - Diapositive

Simpel....
Diep in de aarde is het heet.
Hoe verder je naar buiten gaat, hoe kouder het is...
Bergen zijn dus koud!

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

Maak een Power Point over één van de vijf klimaten
Wat moet erin?
  • Titeldia; de naam van het klimaat, jullie eigen namen
  • Informatie over dat klimaat (temperatuur, wanneer zomer/winter, neerslag, stormen)
  • Welke plantenzone hoort er bij jullie klimaat 
  • 3 landen waar dit klimaat is. 
  •  3 afbeeldingen van gebieden met dit klimaat.
  •  2  vragen om te controleren of je klasgenoten nu ook genoeg over jullie klimaat weten.

Slide 39 - Diapositive

Tweetallen maken

Slide 40 - Diapositive

Aan de slag!

Slide 41 - Diapositive