Modals 3v

Welcome 2M
                            20th May 2024

                                Modals
                               
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome 2M
                            20th May 2024

                                Modals
                               

Slide 1 - Diapositive

Learning goal
I can use modals and in sentences.

Slide 2 - Diapositive

Modals- summary
Modal verbs are auxiliary verbs that express possibility, necessity, permission, or ability.

They are used to modify the meaning of other verbs by expressing modality—that is, likelihood (= waarschijnlijkheid), ability, permission, or obligation.

Examples of modal verbs include can, could, may, might, must, shall, should, will, and would.

Slide 3 - Diapositive

What is the past tense of 'can'?
A
Can't
B
Could
C
Canned
D
Cun

Slide 4 - Quiz

Which of the following is a modal verb?
A
Run
B
Eat
C
Laugh
D
Should

Slide 5 - Quiz

Wat moet je onthouden van 'modals'
A
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud
B
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, kunt verleden tijd van maken
C
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, je kunt er toekomende tijd van maken
D
Geen '-s in 3e persoon enkelvoud, gevolgd door hele werkwoord zonder 'to'

Slide 6 - Quiz

Waarom gebruik je een modal (hulpwerkwoord)?
A
om een complete zin te maken.
B
om iets te verplichten, of om advies te geven.
C
om gelijk te krijgen
D
om bezit aan te geven.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn modal verbs?
A
zelfstandige naamwoorden
B
verleden tijd
C
(hulp)werkwoorden
D
mooie woorden

Slide 8 - Quiz

Welke modal gebruik je als iets MOET (geen keuze)?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 9 - Quiz

Welke modal gebruik je als advies geeft?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 10 - Quiz

Use to correct modal verb to fill in the gap.
My mum               cook lunch.
They              pay for the groceries.

You             wear a coat. It's cols outside.
have to 
has to 
should

Slide 11 - Question de remorquage

Drag the modals into the box
Modals for predictions
walk
might
should
like
had better
take
ought to
advise
will
may
have

Slide 12 - Question de remorquage

Drag the modals into the box
Modal verbs
walk
can
should
like
would
take
could
advise
will
may
have

Slide 13 - Question de remorquage

Homework for next lesson

Slide 14 - Diapositive