Fictie - Herhaling

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 
Datum toets
Herhaling theorie
Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Toets fictie
Vrijdag 12 februari toets fictie.
Dit staat al in Magister.

Toets vindt online plaats, dus zorg voor een laptop/computer zodat je daar de toets op kan maken.

Slide 3 - Diapositive

Fictie zijn verzonnen verhalen of teksten
&
non-fictie zijn verslagen of teksten die gebaseerd zijn op feiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Fictie
- Doel: amuseren
- Beleving
- Blijft tot het einde boeiend


Leesboeken, strips, songteksten, gedichten, reclame en films.
Non-fictie
- Doel: informeren
- Overzichtelijk informatie weergeven
- Feiten

Leerboeken, kranten, fotoboeken, nieuwsberichten, documentaires en naslagwerk.

Slide 5 - Diapositive

Genres
'Soort' verhaal
Ook wel thema
Film, boek, stripboek of serie

Slide 6 - Diapositive

Welke genres ken je al?

Slide 7 - Carte mentale

Type = personage met meerdere kanten, niet alleen het uiterlijk is belangrijk maar ook het innerlijk.

Karakter = personage dat snel herkenbaar is door een uiterlijk kenmerk en aan een overdrijving van een eigenschap.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Type
Personage dat snel herkenbaar is door een uiterlijk kenmerk en aan een overdrijving van een eigenschap.

Een held is dapper en eerlijk. Een schurk zier er onbetrouwbaar uit en is heel gemeen.
Karakter
Personage met meerdere kanten, niet alleen het uiterlijk is belangrijk maar ook het innerlijk.

Door de scheiding van haar ouders verandert de hoofdpersoon van een vrolijk en uitbundig naar een stil en teruggetrokken meisje.

Slide 9 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met een bepaalde omgeving?

Slide 10 - Question ouverte

Een plot is het einde van een verhaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Plot/verhaallijn
Hoe alles in elkaar zit en hoe het gebeurt.

Technieken:
- Overspringen tussen verhaallijnen
- Cliffhanger
- Uitstellen van ontknoping
- Plotwending

Slide 12 - Diapositive

Realistische fictie = verzonnen verhalen die echt gebeurd zouden kunnen zijn.

Niet-realistische fictie = Verzonnen verhalen die niet echt kunnen gebeuren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Lees de tekst met mij mee.


Slide 14 - Diapositive

Leg de titel van het verhaal uit. Waarom heet het verhaal "Het jaar van de leugen"?

Slide 15 - Question ouverte

Is deze tekst fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 16 - Quiz

Wat is de genre van deze tekst? Leg uit waarom jij voor dit genre hebt gekozen.

Slide 17 - Question ouverte

Wie zijn de personages in het verhaal?

Slide 18 - Question ouverte

Beschrijf de setting van het verhaal.

Slide 19 - Question ouverte

Is het verhaal realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 20 - Quiz