Opvoedkunde deel 1 (sept. '23) 5PVZ

• Opvoedkunde
• Secundair onderwijs

Opvoedkunde deel 1 (sept. '23)

Vakgebonden attitudes

Inleidende opdracht: portfolio

Beantwoord individueel de vragen op pagina 3 en geef pagina 3 en 4 af aan de leerkracht.

Leerinhouden en stage

• eerst leren, oefenen en evalueren
• onderdompelen van kennis en omgaan met verschillende doelgroepen
• vanaf januari 2024 op stage en de geziene                              leerstof toepassen 

Opdracht 2: Voorbereiding & herhaling

In dit groepswerk ga je zelfstandig de betekenis van de woorden op pagina 6 en 7 opzoeken en noteer deze in je eigen woorden. Geef het daarna af aan de leerkracht.

www.bookwidgets.com

Pedagogische en agogische vaardigheden

Pedagogisch = persoons en contextgebonden

Persoonsgebonden: hoe de persoon omgaat met een bepaalde situatie

Contextgebonden: het geheel van omstandigheden beïnvloedt de manier waarop iemand reageert

Lara moet erg wennen aan de overgang van de kleuterschool naar het lager onderwijs. Ze voelt zich nog niet klaar.

1. Contextgebonden
2. Persoonsgebonden

In Colombia vieren meisjes op hun 15de de overgang van kind naar jongvolwassene. Dit noemen ze een Quinceañera.

1. Contextgebonden
2. Persoonsgebonden

Eind 19de eeuw moesten kinderen in fabrieken werken.

1. Contextgebonden
2. Persoonsgebonden

Fysieke ontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling

Socio- emotionele ontwikkeling

Denkontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling

Taalontwikkeling

Motorische ontwikkeling

Sensorische ontwikkeling

Sociale ontwikkeling

persoonlijk
-heidsontwikkeling

Wie moet pedagogisch handelen?

1. Primaire opvoeders (meestal de ouders)

2. Secundaire opvoeders (leerkrachten, kinderverzorgsters, opvoeders, ...)

Welk opvoedingsniveau?
je tante waar je 3 keer in de week naartoe gaat

1. Primair
2. Secundair

Welk opvoedingsniveau?
Leerkracht Nederlands

1. Primair
2. Secundair

Welk opvoedingsniveau?
Kinderopvang

1. Primair
2. Secundair

Voorbeelden van pedagogische vaardigheden:

• betrokkenheid
• probleemoplossend denken
• toezicht houden
• positieve bekrachtiging 

Agogische vaardigheden

Agogische vaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en technieken die worden gebruikt in de agogiek, een vakgebied dat zich bezighoudt met het begeleiden, ondersteunen en stimuleren van persoonlijke ontwikkeling, groei en verandering van individuen, groepen en gemeenschappen. 

Agogische vaardigheden zijn vooral relevant in contexten zoals sociaal werk, onderwijs, jeugdzorg, counseling, en andere beroepen waarbij het helpen van mensen bij hun persoonlijke en sociale ontwikkeling centraal staat.

vertrouwen creëren

aandachtig zijn

geduldig zijn

begrip tonen

compliment geven

inspelen op behoeften

Hans wilt niet op de schommel omdat hij daar vorige week van af gevallen is. Je laat Hans naast jou zitten terwijl de rest op de schommels gaat.

Ruud wilt vertellen wat er op school gebeurde vandaag. Je zet de tv af en luistert naar Ruud. 

Noa heeft een halfuur aan zijn zandkasteel gewerkt. Je toont je bewondering over hoe hoog het kasteel is.

Simon ziet er erg moe uit. Je besluit hem nu al zijn middagdutje te laten doen, ondanks hij dat normaal pas binnen een uur doet.

Bas komt voor de eerste keer naar de kinderopvang. Hij lijkt wat bang. Je neemt hem bij jou op de schoot en laat hem rustig wennen aan deze nieuwe omgeving.

Mats wilt zijn schoentjes uitdoen, maar dat lukt niet zo goed. Je besluit te wachten en Mats zelf te laten proberen.

Agogische basisvaardigheden

• observeren
• communiceren
• luistervaardigheid
• feedback geven
• evalueren

Diverse doelgroepen:

Kinderen:

- pasgeborene

- zuigeling

- peuter

- kleuter

- lager schoolkind

- adolescent

Volwassenen

(21 jaar - 65 jaar)

Ouderen

valide ouderen

semi-valide ouderen

invalide ouderen

dementerende ouderen

Kennisvaardigheden & attitudes

• Kennis: dingen die iemand weet en veel over kent
• Vaardigheden: bepaalde fysieke of mentale handelingen kunnen uitvoeren
• Attituden: iemand zijn houding, instelling, motivatie
• Competentie: kennis, vaardigheden en attitudes samen

Lees het artikel van Kimberley

Beantwoord daarna individueel de vragen.

Basiscompetenties in de zorg...

Wat zijn competenties weer?

Vul in op pagina 17

Er zijn 4 basiscompetenties waarover je dient te beschikken in de zorg

1. Empathie

2. Echtheid

3. Onvoorwaardelijke acceptatie

4. Warmte

Empathie =

• Inlevingsvermogen
• Zichzelf kunnen inleven in de emoties & gevoelens van anderen. 
• Men begrijpt de verbale en non-verbale communicatie van de ander 

wat is volgens jou empathie?

Zoek online naar een foto waarvan jij kan aantonen wat empathie is.

Empathisch zijn in de zorg:

• Probeer de zorgvrager te begrijpen vanuit zijn leefwereld 
• Empathie = inlevingsvermogen
• Kan op verschillende manieren zijn: een gebaar, lichaamshouding of gelaatsuitdrukking

Een empathisch verzorgende:

• neemt de relatie met de zorgvrager au serieux 
• is zich bewust van wat de zorgvrager nu voelt
• Geeft commentaar op een manier die past bij cliënt zijn gedachten en gevoelens
• Is gevoelig voor eigen fouten 
• geeft de zorgvrager continue het signaal: ik ben er voor jou en met jou!

2. Echtheid

Echtheid is:

• authentiek zijn
• puurheid
• oprecht en eerlijk zijn 

Ben jij altijd echt?

3. Onvoorwaardelijke acceptatie

= het aanvaarden van iets zonder te aarzelen of erover na te denken bijvoorbeeld: liefde voor je ouders, broer, zus of je vriendje/vriendin. 

4. Warmte

• vriendelijkheid
• betrokkenheid
• genegenheid
• ben ik een 'warm' persoon? 

Opdracht 3: basiscompetenties

Maak de opdracht basiscompetenties in de cursus.

Lees aandachtig elke casus en beantwoordt de vragen individueel.

Geef daarna af aan de leerkracht.

Oefenen!

Oefenen van de basiscompetenties aan de hand van een rollenspel...

Volgende les: 21-09-2023

Toets! 

Zijn er nog vragen? 

Welk opvoedingsniveau?
Adoptiegezin

1. Primair
2. Secundair

Vind jij van jezelf dat je altijd "ECHT" bent?

0

BASISCOMPETENTIES IN SOCIALE RELATIES EN DE ZORG

Welke invloed op ontwikkelingsgrens?
Lara moet erg wennen aan de overgang van de kleuterschool naar het lager onderwijs. Ze voelt zich nog niet klaar.

1. Tijdsgebonden
2. Persoonsgebonden
3. Cultuurgebonden

Welke invloed op ontwikkelingsgrens?
In Colombia vieren meisjes op hun 15de de overgang van kind naar jongvolwassene. Dit noemen ze een Quinceañera.

1. Tijdsgebonden
2. Persoonsgebonden
3. Cultuurgebonden

Welke invloed op ontwikkelingsgrens?
Eind 19de eeuw moesten kinderen in fabrieken werken.

1. Tijdsgebonden
2. Persoonsgebonden
3. Cultuurgebonden

Fysieke ontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling

Socio- emotionele ontwikkeling

Denkontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling

Taalontwikkeling

Motorische ontwikkeling

Sensorische ontwikkeling

Sociale ontwikkeling

persoonlijk
-heidsontwikkeling

Welk opvoedingsniveau?
Adoptiegezin

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartaire

Welk opvoedingsniveau?
Sociale media

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartaire

Welk opvoedingsniveau?
Klasgenoten

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartaire

Welk opvoedingsniveau?
Kinderopvang

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartaire