2.2 Spiegels

2.2 Spiegels 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.2 Spiegels 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen bij 2.2 en 3.2
Je leert
  • welke eigenschappen een spiegelbeeld heeft
  • hoe je een spiegelbeeld tekent
  • hoe je door het weerkaatsen van lichtstralen een spiegelbeeld ziet 

Slide 2 - Diapositive

Spiegel
  • Een spiegel weerkaatst de lichtstralen in één richting = spiegelende weerkaatsing 

Slide 3 - Diapositive

Alle andere voorwerpen
  • Andere voorwerpen weerkaatst lichtstralen in alle richtingen = diffuse weerkaatsing

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Spiegelbeeld
Spiegelende weerkaatsing

Slide 6 - Diapositive

4 eigenschappen van 
het spiegelbeeld:


  1. Spiegelbeeld ziet er hetzelfde uit als het voorwerp voor de spiegel.
  2. Spiegelbeeld is even groot als het voorwerp.
  3. Het spiegelbeeld is even ver van de spiegel als het voorwerp.
  4. Het spiegelbeeld is virtueel ('niet echt')

Slide 7 - Diapositive

Spiegelbeelden zien

Slide 8 - Diapositive

Spiegelbeeld tekenen:
  1. Het spiegelbeeld is even ver van de spiegel als het voorwerp.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Spiegelbeeld zien
  •  Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Opdrachten - vervolg
  • Huiswerkcontrole: Hoe heb je 1 t/m 23 t/m 27 gemaakt?

  • Maken Blz. 81 opdracht 29 t/m 34


Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 14 - Diapositive

hoe ziet je spiegelbeeld eruit in een gewone spiegel
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf

Slide 15 - Quiz

In een spiegel lijkt ........ omgedraaid.
A
Boven en onder
B
Links en rechts

Slide 16 - Quiz

lichtstralen op een spiegel weerkaatsen door
A
absorptie
B
spiegelende terugkaatsing

Slide 17 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Je ziet jezelf in de spiegel. Waar lijkt je spiegelbeeld te staan?
A
Recht achter de spiegel, verder dan jij van de spiegel staat
B
Recht achter de spiegel, even ver als jij van de spiegel staat
C
Recht achter de spiegel, dichterbij de spiegel dan jij zelf
D
Schuin achter de spiegel

Slide 21 - Quiz


In de tekening hiernaast staat een figuur voor een spiegel (de rode lijn). Achter de spiegel (rechts van de rode lijn) komt het spiegelbeeld ervan te staan.
Welk spiegelbeeld is het juiste spiegelbeeld?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

De schaduw word groter als
A
als de lamp meer licht geeft
B
als je naar de lamp toe loopt.
C
als je van de lamp weg loopt.

Slide 23 - Quiz