Spelling 8.5, 8.6, 8.7, 8.10, 8.11

Spelling
  • Meervoudsvorming
  • Verkleinwoorden
  • Tussenklank in samenstellingen
  • Trema, apostrof, accenttekens
  • Getallen 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Spelling
  • Meervoudsvorming
  • Verkleinwoorden
  • Tussenklank in samenstellingen
  • Trema, apostrof, accenttekens
  • Getallen 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Huiswerk nakijken
  • Leerdoelen
  • D-toets maken
  • Voorbereiding presentaties literatuur
  • Aan de slag of verlengde instructie
  • Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk nakijken
  • 8.4: opdracht 5 (blz. 289 t/m 293),
  • 8.8: opdracht 4 (blz. 301 t/m 302),
  • 8.9: opdracht 5 en 6 (blz. 303 t/m 304),
  • 8.12: opdracht 1 (blz. 308 t/m 309) 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan de spellingsregels op 3F-niveau toepassen. 

Slide 4 - Diapositive

D-toets maken
  • 0 of 1 fout? Zelfstandig aan het werk:
  • Opdracht 6 (blz. 294 + 295), opdracht 3 (blz. 296 + 297), opdracht 7 en 8 (blz. 298 t/m 300), opdracht 4 (blz. 305 + 306) en opdracht 1 (blz. 307)
  • 2 of meer fouten? Verlengde instructie 

Slide 5 - Diapositive

Voorbereiding presentaties literatuur
  • Ben je met je groepje aan de beurt om te presenteren? Zorg er dan voor dat je jouw presentatie + hand-out bij je hebt, zodat we snel kunnen starten.
  • Verder zorgt iedereen voor het aantekeningenformulier (geprint of digitaal. Moet uiteindelijk digitaal ingeleverd worden). Dit formulier kun je vinden bij het huiswerk van vrijdag 18 februari.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Waar zijn de meervoudsvormen allemaal goed geschreven?
A
hbo-s, piano's, fotografen
B
verhoren, laarzen, jury's
C
taxies, industrieën, paraplu's
D
dominees, garage's, essays

Slide 8 - Quiz

Waar zijn de meervoudsvormen allemaal goed geschreven?
A
stokken, cowboy's, goeroes
B
kolibrie's, gemeentes, eieren
C
etuis, porieën, zonen
D
dictees, jockeys, dvd's

Slide 9 - Quiz

Waar zijn de meervoudsvormen allemaal goed geschreven?
A
lomperiken, provincies, paragrafen
B
chimpansés, moskees, bases
C
data, wenzen, paraplu's
D
bladeren, middels, melodieën

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Waar zijn de verkleinwoorden goed geschreven?
A
jockeytje, websitetje, girafje
B
tiramisu'tje, hempje, jongentje
C
cakeje, boulevardje, dinertje
D
blocnotetje, bulletintje, slaatje

Slide 12 - Quiz

gsm’etje of gsm-metje?
A
gsm’etje
B
gsm-metje

Slide 13 - Quiz

A4’tje of A4-tje?
A
A4-tje
B
A4’tje

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Welk woord is goed gespeld
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
dorpstraat
B
dorpsstraat

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
beresterk
B
berensterk

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
docentenhandleiding
B
docentehandleiding

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

met trema
zonder trema
coordinatie
officieel
officiele
poezie
patient
mecanicien
museum
dieet

Slide 24 - Question de remorquage

met apostrof 
zonder apostrof
met trema
zonder trema
Beatrix hoed
elektricien
olien
Wims dagboek
naief
Frits fiets
A4 tje
s Gravenhage

Slide 25 - Question de remorquage

Goed geschreven, want er is geen klinkerbotsing.
Fout geschreven. Het moet met een koppelteken, want het is een samenstelling.
Fout geschreven. Het moet met een trema.
Fout geschreven. Het moet met een apostrof.
solooptreden
televisieuitzending
toiletsprays
uberhaupt
zelfontplooiing

Slide 26 - Question de remorquage

Goed geschreven, want er is geen klinkerbotsing.
Fout geschreven. Het moet met een koppelteken, want het is een samenstelling.
Fout geschreven. Het moet met een trema.
Fout geschreven. Het moet met een apostrof.
3Dbril
astmaaanval
autoalarm
CDAer
cvs

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Vidéo

Voluit
In cijfers
Dertig/30
tweehonderdnegenennegentig/ 299
vierduizend/4000
Tachtig/80
Vijfentwintig/ 25
Getallen t/m twintig/20
Getallen die een exacte waarde aangeven.

Slide 29 - Question de remorquage

Wanneer moet je getallen NIET in woorden uitschrijven?
A
Bij leeftijden, bijvoorbeeld 15 jaar.
B
Bij de dag van een datum, bijvoorbeeld 18 januari.
C
Bij de maand, bijvoorbeeld achttien 01.
D
Bij de dag en maand, bijvoorbeeld 18-01.

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?
A
Mijn tweede broertje at er 23.
B
Mijn 2e broertje at er 23.
C
Mijn 2e broertje at er drieëntwintig.
D
Mijn tweede broertje at er drieëntwintig.

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
  • Opdracht 6 (blz. 294 + 295)
  • Opdracht 3 (blz. 296 + 297)
  • Opdracht 7 en 8 (blz. 298 t/m 300)
  • Opdracht 4 (blz. 305 + 306)
  • Opdracht 1 (blz. 307)
  • Beter Spellen

Slide 32 - Diapositive