Het onderdeel De Brug: zowel de woordsoorten als zinsdelen.
Van hoofdstuk 1 maak je het onderdeel wg en lv (wederkerende werkwoorden.
Van hoofdstuk 1 leer je ook het onderdeel wederkerend en wederkerig voornaamwoord.
Verder leer je van hoofdstuk 2 het onderdeel de werkwoordstijden.
Van hoofdstuk 3 het onderdeel over het telwoord.
Van hoofdstuk 4 leer je het onderdeel van de samengestelde zinnen, de hoofd- en de bijzinnen.
Van hoofdstuk 4 leer je ook het voegwoord.
Van hoofdstuk 5 leer je het werkwoord in samengestelde zinnen.
Van hoofdstuk 6 leer je het betrekkelijk voornaamwoord.