Les 2 Samenstellingen en bezitsvorm

Tussen-n bij samenstellingen
Pannenkoek of pannekoek?
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tussen-n bij samenstellingen
Pannenkoek of pannekoek?

Slide 1 - Diapositive

Samenstelling
Je plakt twee bestaande woorden aan elkaar om een nieuw woord te vormen.
Het laatste deel van de samenstelling is het belangrijkst: dat vertelt het meest over wat het is. 

Boekenkast, boormachine, autobandventieldopje

Slide 2 - Diapositive

Wanneer een tussen-n?
erwtensoep maar groentesoep

apenkooi maar apetrots

spinnenweb maar spinnewiel

sterrenstelsel maar zonneschijn

Slide 3 - Diapositive

Wanneer een tussen-s?
Je schrijft een tussen-s als je die hoort, bijvoorbeeld: stadsbus.
Bij sommige woorden hoor je het niet goed, zoals bij: dorpsstraat.
Hier kan het helpen om een ander woordje op de tweede plek in te vullen: dorpskern.

Slide 4 - Diapositive

Bezitsvorm

Slide 5 - Diapositive

Bezitsvorm
Gebruik je om een bezit van iemand aan de te geven.
Bijvoorbeeld: mijn ooms boormachine.

De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten. Maar...

Slide 6 - Diapositive

Hoe schrijf je de bezitsvorm van Sara?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe schrijf je de bezitsvorm van Madé?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe schrijf je de bezitsvorm van Pelle?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe schrijf je de bezitsvorm van Thomas?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe schrijf je de bezitsvorm van Beatrice?

Slide 11 - Question ouverte

Conclusie
Je maakt de bezitsvorm door een -s achter het zelfstandig naamwoord te plakken.
  • Bij woorden die eindigen op een lange klinker (-a, -o, -i, -u, -y) gebruik je 's om die klank lang te houden. (Emma's - Emmas)
  • Bij woorden met een accent aigu is dit niet nodig, want die spreek je ook goed uit met de s eraan vast. (Cornés - Corné's)
  • Bij woorden die eindigen op een stomme-e doe je dit juist niet, want dan zou het -ee worden. (Jelles - Jelle's)
  • Bij woorden die eindigen op een sis-klank zet je een apostrof achter het woord. (Maurice', Thomas')

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maak van paragraaf 9.2 opdracht 14, 15 en 16. 

Slide 13 - Diapositive