H1 les 1 herhalen

Welkom
Pak je boek, schrift, rekenmachine en etui erbij.
Zet je camera aan.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak je boek, schrift, rekenmachine en etui erbij.
Zet je camera aan.

Slide 1 - Diapositive

Planning
leerdoelen
filmpje
theorie H1 Par. 3
huiswerk
afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
  • het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
  • het verschil tussen massa en gewicht uitleggen.
  • het volume van verschillende voorwerpen bepalen. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Theorie H1 par 3.

Slide 5 - Diapositive

Massa
Hiermee meet je de hoeveelheid stof.

Slide 6 - Diapositive


In welke eenheid meten we de massa?
A
L
B
kg
C
m
D
km

Slide 7 - Quiz

Eenheid
De standaard eenheid van massa is kilogram (kg).
Van de kilogram zijn verschillende grotere en kleinere eenheden afgeleid.

Slide 8 - Diapositive

Eenheid
ton(t), gram(g) en milligram(mg) zijn zulke afgeleide eenheden

1 t = 1000 kg
1 kg = 1000 g
1 g = 1000 mg

Slide 9 - Diapositive


Maarten heeft 5 ton staal. Hoeveel kilogram is dit?
A
5 0000
B
50
C
500
D
5000

Slide 10 - Quiz


Kim heeft 0.025 kg zout. Hoeveel mg is dit?
A
25
B
2500
C
25000
D
0.0000025

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen massa en gewicht?

Slide 12 - Question ouverte

massa en gewicht
De massa geeft aan uit hoeveel stof een voorwerp bestaat.

 
Het gewicht is de kracht waarmee het voorwerp aan je handen trekt of op de vloer drukt.

Slide 13 - Diapositive

Een voorwerp heeft minder gewicht op de maan dan op de aarde
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Massa en gewicht

Slide 15 - Diapositive

Volume
Hoeveel ruimte een stof inneemt. 
Je kan dit bepalen met een maatcilinder. 

Slide 16 - Diapositive


In welke eenheid meten we het volume?
A
L
B
kg
C
m
D
ton

Slide 17 - Quiz

Eenheid
De standaard eenheid van volume is liter (L).
Van liter zijn verschillende grotere en kleinere eenheden afgeleid.

Slide 18 - Diapositive

Eenheid
kubieke dm^3
kubieke cm^3
kubieke m^3

Slide 19 - Diapositive


2m3=...dm3
A
20dm3
B
2000dm3
C
200dm3
D
2dm3

Slide 20 - Quiz


2,5dm3=......liter
A
2500 L
B
0,025 L
C
25 L
D
2,5 L

Slide 21 - Quiz


1m3=....liter
A
10 L
B
100 L
C
1000 L
D
1 L

Slide 22 - Quiz

Formule
Volume berekenen:
V = l x b x h

volume = lengte x breedte x hoogte

Slide 23 - Diapositive


Wat is het volume?
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3

Slide 24 - Quiz


Wat is het volume?
A
720cm3
B
72dm3
C
0.72cm3
D
0.072cm3

Slide 25 - Quiz


Wat is het volume?
A
60cm3
B
600cm3
C
0.6m3
D
0.006cm3

Slide 26 - Quiz


Wat is het volume?
A
7.8cm3
B
0.0078dm3
C
7800cm3
D
78cm3

Slide 27 - Quiz


Wat is het volume?
A
540dm3
B
54mm3
C
54cm3
D
0.54cm3

Slide 28 - Quiz

Onderdompelmethode
Het volume van voorwerpen bepalen met een onregelmatige vorm.

Slide 29 - Diapositive


Wat is het volume van de steen?
A
39ml
B
24cm3
C
15ml
D
9cm3

Slide 30 - Quiz

Leerdoelen
kan je nu?
  • de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
  • het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
  • het verschil tussen massa en gewicht uitleggen.
  • het volume van verschillende voorwerpen bepalen. 

Slide 31 - Diapositive

Afsluiting
Leer paragraaf 3 van H1

Slide 32 - Diapositive