Les 4: Gezonde alternatieven - broodbeleg

Voeding hoe maak je het?
Les 4: Gezonde alternatieven - broodbeleg
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Voeding hoe maak je het?Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voeding hoe maak je het?
Les 4: Gezonde alternatieven - broodbeleg

Slide 1 - Diapositive

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Slide 3 - Diapositive

Planning
1e uur:
  • Kennismaken 
  •  Theorie 

2e en 3e uur:
  • Praktijk

Slide 4 - Diapositive

Laten we kennis maken!
Pak 5 M&M's uit het zakje


Kleur
Onderwerp
Rood
Hobby's
Geel
Favoriete vakantiebestemming
Blauw
Favoriete eten
Groen
Jouw kwaliteit
Bruin
Leukste schoolvak

Slide 5 - Diapositive

Integrale opdracht
Product ontwikkelen voor de kantine!
  • Inventarisatie van het aanbod
  • Consumentenonderzoek
  • Productie
  • Organoleptische keuring
  • Voedingswaarde
  • Etiket
  • Kostprijs

Slide 6 - Diapositive

Voedingswaarde

Slide 7 - Diapositive

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen
  • Alles wat je eet en drinkt
  • Bijvoorbeeld brood, melk, patat en drop
  • Bevatten allerlei voedingsstoffen

Voedingsstoffen
  • Zorgen ervoor dat je groeit, je energie krijgt en regelen allerlei processen in je lichaam
  • Er zijn 6 groepen voedingsstoffen

Slide 8 - Diapositive

Welke voedingsstoffen zijn er?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Voedingswaarde

Bijna alle voedingsstoffen leveren energie. Dit wordt ook wel de voedingswaarde genoemd. Het is bij voorverpakte producten verplicht om de voedingswaarde te vermelden.

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel Kcal levert 1 gram vet, koolhydraten, eiwitten, alcohol en voedingsvezels op?

Slide 12 - Question ouverte

Voedingswaarde
1 gram vet = 9 Kcal
1 gram koolhydraten = 4 Kcal
1 gram eiwitten = 4 Kcal
1 gram alcohol = 7 Kcal
1 gram voedingsvezel = 2 Kcal
Zorg dat je dit uit je hoofd kent!

1 Kcal = 4,2 Kj
1Kj = 0,239 Kcal

Slide 13 - Diapositive

Voedingswaarde tabel
De hoeveelheid energie en voedingsstoffen die het product bevat aangegeven per 100 gram  vaste stof of 100 ml vloeibare stof, dit is vastgesteld in de wetgeving.

Verplichte weergave:
  • Energie (kcal/Kj)
  • Vetten
  • Waarvan verzadigd
  • Koolhydraten
  • waarvan suikers
  • Eiwitten
  • Zout

Slide 14 - Diapositive

Stappenplan voedingswaarde berekenen
  1. Inventariseer welke grondstoffen je gebruikt voor het product en wat de voedingswaarde is per 100 gram van deze grondstoffen.

  2. Geef aan hoeveel gram van de verschillende grondstoffen gebruikt worden in het product. 

  3. Bereken de bijdrage per grondstof aan het product.

  4. Tel de waarden van de grondstoffen voor elke voedingsstof bij elkaar op.

  5. Bereken de voedingswaarde per 100 gram product.

Slide 15 - Diapositive




     Gebruik het excel-bestand voor het berekenen van de voedingswaarde!

Slide 16 - Diapositive

Oefenopgave 1
Hoeveel Kcal/ Kj bevat dit product per 100 ml?

Slide 17 - Diapositive

Uitwerking oefenopgave 1
Het product bevat: 
  • 26 gram vet = 26*9 kcal= 234 kcal
  • 10 gram koolhydraten= 10*4 kcal= 40 kcal
  • 0,5 gram eiwitten = 0,5*4 kcal= 2 kcal
234+40+2= 276 kcal
276*4,2= 1159Kj

Slide 18 - Diapositive

Oefenopgave 2
Ik maak een salade met:
  • 50 gram komkommer met schil
  • 25 gram tomaat
  • 20 gram sla
  • 30 gram wortels
Wat is de voedingswaarde van de totale salade?
Wat is de voedingswaarde per 100 gram salade?

Slide 19 - Diapositive

Uitwerking oefenopgave 2
Wat is de voedingswaarde van de totale salade?
Hiervoor reken je per product uit wat de voedingswaarde is en telt dat bij elkaar op. Bijvoorbeeld 100 gram komkommer bevat 13 kcal, 50 gram komkommer bevat dan (13/100)*50=6,5 kcal = afgerond 7kcal

Slide 20 - Diapositive

Uitwerking oefenopgave 2
Wat is de voedingswaarde per 100 gram salade?
Hiervoor moet je eerst weten hoeveel gram je totale salade is: 50+20+25+30 = 125 gram. 
In de vorige sheet heb je de totale voedingswaarde van de 125 gram salade berekend, hierbij doe je dus alles delen door 125 (terugrekenen naar 1 gram) en vervolgens keer 100. 
Bijvoorbeeld (25/125)*100= 20 kcal

Slide 21 - Diapositive

Voordat we de praktijk in gaan..
.. handen wassen
.. houdbaarheidsdata controleren
.. regels doornemen

Slide 22 - Diapositive

We gaan elke les registratieformulieren invullen, waarom doen we dat?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Hoe voel je je na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage